Nienke is back in town!

Door Anne Helmus
Nienke Verkuijl, jeugdpsychiater, is terug in de stad waar ze studeerde. Ze hebben een fijne plek gevonden om te wonen en de kinderen hebben hun draai gevonden op school. ‘Je kunt hier gewoon kiezen voor een school. In Oxford in Engeland, waar we zestien jaar hebben gewoond, is dat minder vanzelfsprekend.’ Nienke zelf geniet met volle teugen van de geneugten van de stad Groningen. ‘Bruisend en levendig, vooral ook omdat het een studentenstad is.’ We beginnen met koffie en zelfgemaakte koek.
De patiënten stonden bij ons huis te wachten ‘Als baby ging ik mee met mijn ouders naar Lesotho, een land in Zuid-Afrika. Mijn vader had daar werk als tropenarts en mijn moeder was maatschappelijk werker. Ik ging naar school, eerst in mijn eigen huis waar mijn moeder een kleuterklas had gestart voor de lokale kinderen en daarna naar de dorpsschool waar ik het enige witte meisje was in mijn klas. Ik kon de lokale taal Sotho vloeiend spreken en tolkte al vaak op jonge leeftijd voor de patiënten die bij ons huis aanklopten voor hulp. Toen ik zeven was, verhuisden we naar Zimbabwe waar ik tot mijn achttiende ben gebleven.’ Afrikaanse roots in Engeland ‘Toen ik naar Groningen verhuisde om daar in eerste instantie psychologie te gaan studeren, dacht iedereen dat ik Nederlandse was, toch voelde ik me niet helemaal zo. Ik had tenslotte tot dan toe in Afrika gewoond en had moeite om mijn draai te vinden. Ik begon met de studie psychologie maar omdat ik graag wilde reizen na mijn studie paste geneeskunde beter bij mijn plannen. Die studie maakte ik af in Groningen. Mijn ervaring tijdens het coschap psychiatrie verliep niet lekker: men liet me onvoorbereid en zonder supervisie ervaring op doen op een zaal waar patiënten met forse psychiatrische problematiek opgenomen waren. Ik mocht ook even meekijken toen een kinderpsychiater speelde met een kind, ik kreeg daar geen uitleg bij en had geen idee hoe ik deze ervaring moest begrijpen of vormgeven. Deze ervaring heeft mij wel doen realiseren hoe belangrijk goed onderwijs en begeleiding is voor jonge collega’s die net beginnen in ons vakgebied.’ ‘Door mijn interesse in het werken met kinderen en hun gezinnen koos ik er in eerste instantie voor om te werken in de kindergeneeskunde, waarin ik ervaring opdeed in Groningen, Curaçao en daarna in Engeland. Ik merkte dat ik mij erg interesseerde voor de psychiatrische patiënten op de kinderafdeling, en ik ben na 4 jaar de opleiding psychiatrie gaan doen met specialisatie jeugdpsychiatrie. Dit deed ik in Oxford, waar ik na de opleiding ook nog ben gaan werken.’
In Engeland is er meer hiërarchie, het voelt dat er hier meer gewerkt wordt vanuit gelijkwaardigheid

‘In het ziekenhuis waar ik werkte was het voor mij wel een vorm van thuiskomen, omdat er veel verpleging uit Zimbabwe bleek te werken. Sommige psychiatrische afdelingen - vooral de acute afdelingen - hadden bijna een compleet in het buitenland, veelal in Afrika, opgeleide staf.’ Klassenmaatschappij ‘In Engeland woonden wij in een buurt met mensen van allerlei verschillende nationaliteiten. Dat vond ik verfrissend en interessant en wij hebben daar hele leuke vriendschappen kunnen opbouwen.’ Het Engels is een mooie taal waar de mensen veel mee spelen en ook vaak gebruiken om hun echte gevoelens en intenties wat te verbergen. Een beetje gek zijn in Engeland mag, er zijn best veel excentrieke mensen. Wat ik heel erg mis hier is de mooie natuur rond Oxford en geneugten als zwemmen in de Thames rivier en de mooie kust. Het gewone leven in Engeland was af en toe best ingewikkeld en oneerlijk door de klassenmaatschappij. De goede scholen staan in de betere wijken en omdat staatsscholen alleen kinderen vanuit de lokale buurt mogen accepteren zijn de kwaliteit van scholen en de lokale huisprijzen erg met elkaar verbonden. In Oxford waren de verschillen tussen arm en rijk groot. Je hebt daar een van de armste wijken van het land en tegelijk stuurden extreem rijke ouders uit Rusland of China hun kind naar de exclusieve middelbare kostscholen, waarvan, naast de bekende universiteit, er ook veel zijn. De beter gesitueerden schermen zich af van de rest door lid te zijn van clubs en sturen hun kinderen naar privé scholen waardoor ze er zeker van zijn dat hun kinderen een goed (en geprivilegieerd) netwerk opbouwen voor de toekomst.’ ‘Je kunt in Engeland naast de National Health Service (NHS)- waar de ggz ook onder valt- en die voor iedereen toegankelijk is, ook gebruik maken van dure geprivatiseerde medische hulp. Het systeem van de NHS, vooral bij complexere problematiek, werkt echter nivellerend. Daar moet iedereen in de rij staan om te worden geholpen. Sommige cliënten vinden dat lastig. Ik heb meegemaakt dat een familietherapeut werd ‘ontslagen’ in de wachtkamer: ‘you’re fired’, door een boze, zeer geprivilegieerde vader.’ ‘Toch wel anders in Engeland, is de collegiale omgang. Ik merk in het team waar ik nu werk dat er veel geintjes worden gemaakt en dat men elkaar af en toe op de hak neemt. In Engeland is er meer hiërarchie, het voelt dat er hier meer gewerkt wordt vanuit gelijkwaardigheid. Om me heen merk ik dat mensen loyaal zijn aan de organisatie Jonx en Lentis.’ Meer acceptatie ten aanzien van verwaarlozing ‘Werken in de psychiatrie in Engeland heeft meer overeenkomsten dan verschillen met de praktijk in Nederland. Het klinisch werken, dus wat betreft de behandeling en het onderzoek, is praktisch hetzelfde. Veel protocollen lijken op elkaar. Er wordt daar veel onderzoek gedaan waar we hier ook gebruik van maken en andersom.’
‘In Engeland valt de jeugdpsychiatrie nog wel onder de specialistische medische zorg. Dat maakt dat in mijn ogen het vak serieuzer genomen wordt en minder ver af staat van andere medische specialismen, en de aloude scheiding van lichaam een geest langzaam gedicht kan worden. Iets wat in Nederland natuurlijk niet de goede kant is opgegaan de afgelopen 5 jaar, waar de complexe jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van gemeentes kwam.’ ‘De houding ten opzichte van patiënten is ook anders. Men is wat laconieker ten aanzien van ‘mensen die minder bedeeld zijn dan de rest’, een soort acceptatie van een systemische verwaarlozing van de onderlaag. De meer laconieke houding zie je ook wel terug in de Engelse samenleving. Als hier in Nederland een trein te laat komt, zie je veel mensen zich daar vreselijke aan ergeren. De Engelsen ondergaan dit soort situaties meer gelaten. In het team in Engeland was ik ook dikwijls degene die kritiek had op de oneerlijke situaties of met ideeën kwam over hoe de zaken beter konden. Collega’s wonden zich daar veel minder over op. Een dierbare collega zei op mijn afscheid dat hij me af en toe behoorlijk irritant vond. Tegelijkertijd vroeg hij zich af wie de rol van criticaster na mijn vertrek op zich zou nemen.’ ‘In mijn huidige teams merk ik dat men zorgzaam is en hun uiterste best doet in hun hulpaanbod. Gelukkig hoef ik die rol veel minder in mijn huidige teams in te nemen waar genoeg andere mensen bereid zijn om te benoemen hoe dingen beter kunnen, want het is niet altijd de leukste positie om in te nemen.’ Een keer shit roepen… ‘In Engeland hechten de mensen meer aan omgangsvormen. Uit beleefdheid zijn ze ook niet geneigd te zeggen wat ze echt vinden. Ook kinderen zijn welopgevoed en zullen niet snel schuttingtaal gebruiken waar volwassenen bij zijn. Mijn kinderen hadden daar in Engeland op school ook mee te maken. Een keer ‘shit’ roepen en ze werden gedisciplineerd. Mijn zoon kwam hier onlangs opgewonden thuis met het verhaal dat de juf had gezegd: ‘Wat een kutvraag zeg’ en ze vloekte ook wel eens. ‘In Oxford vonden onze kinderen het heel vervelend als wij vloekten, nu doen ze mee.’
Op dit moment ben ik op de jeugdafdeling in Groningen de enige jeugdpsychiater
Moeilijk om vacatures te vervullen ‘In de teams waar ik nu sinds oktober werk (Jonx Ambulant Groningen en ATLASS), heb ik mijn draai gevonden en werk ik met veel plezier. Ik heb het geluk ook wat onderzoektijd in mijn takenpakket te hebben. Op dit moment ben ik op de jeugdafdeling in Groningen de enige jeugdpsychiater, terwijl er werk is voor meerdere vakgenoten en het fijn zou zijn om nog wat collega’s erbij te krijgen. Zorg voor de jeugd is dikwijls op een negatieve manier in het nieuws. Doordat gemeenten een regierol hebben is er veel zorg gedemedicaliseerd. In sommige gevallen is dat natuurlijk helpend, maar voor de jonge mensen die zich aanmelden bij ons is gedegen diagnostiek en (farmaco) therapie heel belangrijk.’ Die dag was er op het nieuws dat er waarschijnlijk veel extra geld naar de jeugdzorg gaat. Ook de organisatie van het een en ander wordt onder de loep genomen. Genoeg gepraat. We lopen even het park in om de hond uit te laten en een paar foto’s te maken en de zon schijnt op een zee van madeliefjes.