T is stil en het wordt steeds stiller
niks dat nauwelijks nog beweegt
we zitten hier met niks te willen
dan te wachten tot het is geweest
In t dagelijks leven vallen gaten
alles wat open was is nu dicht
weinig mensen om mee te praten
geen blijdschap enkel een angstig gezicht
Van alles wat ik wil bereiken
corona slaat het genadeloos neer
niks naders om naar uit te kijken
verlamt mijn leven immermeer
Eenzaamheid en verlatenheid
in mijn ziel als holle vaten
tot mijn spijt zal mettertijd
het heilige vuur mij verlaten
Ik zit als gevangen kan nergens heen
moet naar omstandigheden handelen
godgans lange dagen alleen
kan niks anders dan wat te wandelen
Zuchtend zonder zicht op einde
een ieder die klaagt steen en been
het licht zal heus wel weer verschijnen
maar wanneer weet god alleen