Door Anne Helmus
Beeldvorming over CIP is
aan het verschuiven
Het Centrum voor Integrale Psychiatrie, CIP wordt niet alleen buiten, maar ook binnen Lentis steeds meer gewaardeerd. Ruim 120 Lentis collega’s hebben de afdeling leren kennen door er een opleiding voor leefstijlcoach te volgen. Ook fungeert het CIP voor veel disciplines als opleidingscentrum. Er zijn echter ook vooroordelen. Volgens Rogier Hoenders, psychiater, dachten vroeger sommige medewerkers binnen Lentis dat men in het Centrum vooral met zichzelf bezig is. Nina Volbehr, hoofd behandelzaken heeft het idee dat men denkt dat ze heel streng in de leer en erg serieus zijn. Mijn eigen beeld van het CIP was, dat er vooral vrouwen, middelbaar tot hoger opgeleid, met levensfase-problematiek in behandeling zijn.
Nina helpt me snel uit de droom ‘Tachtig procent van onze populatie bestaat uit cliënten met een ernstige stemmings- of angststoornis. Dat is echt onze expertise. Het is een doelgroep met complexe problemen, uiteenlopende diagnoses en lange voorgeschiedenissen. Mensen die een beetje tussen wal en schip vallen. Vaak hebben ze ook al vele behandelingen achter de rug en zijn we hun laatste hoop. De verwijzingen komen niet alleen vanuit Lentis en lokale huisartsen maar ook van andere ggz-instellingen en van (ver) buiten de provincie. Tijdens de intakefase proberen we zoveel mogelijk ontbrekende informatie te verzamelen. Het EPD (Elektronisch Patiënten Dossier) is vaak incompleet en veel patiënten hebben niet alle richtlijn conforme behandelingen gehad. Onze productie en administratie is op orde. Onze basis is altijd wel goed geweest, omdat er altijd wel een zekere druk was om ons bestaansrecht te legitimeren. Als we het idee hebben dat de cliënt beter (eerst) elders behandeld kan worden, bijvoorbeeld bij autisme dan nemen we contact op met het ATN, of bij ernstige eetstoornissen met PsyQ. Op het moment dat we iemand in behandeling nemen hebben we een breed scala aan behandelmogelijkheden tot onze beschikking. Zoals onder andere Cognitieve Gedragstherapie, EMDR, systeem en partner relatietherapie, Psychomotore Therapie, Beeldende Therapie, natuurlijke medicatie en leefstijltraining. Ook kunnen cliënten deelnemen aan diverse groepsprogramma’s. Zoals bijvoorbeeld de Compassietraining, de Voluit leven en de Moedergroep. Als we samen met de cliënt tot de conclusie komen: ‘dit gaat niet weer over’, dan is de behandeling gericht op het acceptatieproces. Intervisie en themagroepen ‘Om dit werk op een goede manier te kunnen blijven doen komen we met enige regelmaat bij elkaar voor intervisie. We werken met lastige doelgroepen en de problematiek is niet zelden hardnekkig. Vooral voor mensen met chronische suïcidaliteit zijn we soms de laatste behandeloptie. Er zijn ook regelmatig verzoeken om euthanasie op basis van psychisch lijden.
Tijdens de intervisiebijeenkomsten is er ruimte om te reflecteren op het eigen handelen en twijfels. Ook als er een suïcide van een cliënt plaatsvindt hebben we het daar onderling over en proberen we elkaar tot steun te zijn. We organiseren themabijeenkomsten om het hele team te informeren en te inspireren. Beurtelings worden deze thema’s door de verschillende collega’s voorbereid. De discussies tijdens deze bijeenkomsten kunnen best pittig zijn.’ ‘De club die hier werkt deelt is het eens met de uitgangspunten van waaruit we werken. Meestal een holistische visie op de mens, met een voorkeur voor niet-medicamenteuze natuurlijke interventies. Toch is het ook een gevarieerd gezelschap, het is niet zo eenduidig’, Het beeld dat het CIP streng in de leer is klopt volgens Nina echt niet. ‘Feestjes worden hier goed gevierd en er wordt lekker getrakteerd. De beeldvorming van het CIP is echt aan het verschuiven ook omdat de rest van de organisatie steeds meer met ons krijgt te maken. We hebben bijvoorbeeld al zeker honderdtwintig mensen opgeleid als leefstijl coach, om leefstijltrainingen aan cliënten te geven. Ook zijn er leerlingen van verschillende disciplines werkzaam binnen de afdeling. Het CIP is een belangrijke afdeling voor de opleidingen binnen Lentis. De behandelaren en onderzoekers van het CIP werken mee aan de opleiding van studenten geneeskunde en psychologie, arts-assistenten, verpleegkundig specialisten, GZ-psychologen en klinisch psychologen.’
Klanttevredenheid Het CIP hecht veel waarde aan de therapeutische relatie als essentie van de behandeling. Het CIP stelt deze relatie centraal en hoort graag wat patiënten belangrijk vinden en wat hun aanspreekt. Nina: ‘De cliënten laten ons weten dat ze zich in onze bejegening gezien en gehoord voelen en hebben het gevoel echt als mens behandeld te worden. Maar dat betekent niet: ‘u vraagt wij draaien’. We betrekken patiënten ook bij het ontwikkelen van behandelvormen. Bijvoorbeeld bij yoga, bij leefstijl en bij het nieuwe herstel bevorderende behandeltraject oefenen ze invloed uit op de inhoud en samenstelling van het programma. Ook de drie leden van cliëntencommissie denken actief mee. Vanuit cliëntperspectief leveren zij een bijdrage aan het evalueren en vernieuwen van het behandelaanbod en de werkwijze van het CIP.’ Zelf proberen we door ons eigen gedrag een voorbeeld te zijn. Met de daarbij passende woorden: ‘Practice what you preach’, sluit Nina het interview af.
Het CIP kreeg het niet cadeau!
Van eenmansonderneming in Winschoten tot essentieel onderdeel van een mondiale organisatie
Het CIP draagt sinds oktober 2020 het TOP GGZ keurmerk. Dat is niet niks. Afdelingen met dit keurmerk voldoen aan strenge eisen. Afdelingen moeten aantonen dat zij zeer gespecialiseerde patiëntenzorg combineren met het ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden, wetenschappelijk onderzoek en structurele kennisoverdracht. ‘Eigenlijk is het een soort Champions League voor de ggz,’ zegt Rogier Hoenders. ‘We hebben drie visitaties en twaalf jaar nodig gehad om het certificaat te behalen. Af en toe was het een behoorlijke worsteling. Dit keurmerk is voor de ontwikkeling van integrale zorg van groot belang.’
Woodstocksfeer‘Het begint met Gerard Schaap, voormalig lid Raad van Bestuur in 2006. Hij suggereerde om het CIP voor te dragen als kandidaat-afdeling voor TopKlinischeZorg (toen TKZ genoemd) bij de start van Stichting TOPGGz. Cid Berger en het toenmalige lid van de Raad van Bestuur, Corstiaan Bruinsma zeiden: ‘Niet doen.’ Het leek hun niet handig dit op dat moment door te zetten, vanwege de beeldvorming rondom TOPGGz en het CIP. Daar hebben we kort naar geluisterd, maar eigenwijs als we waren zijn we in 2008 toch voor de certificering gegaan. Het lukte toen nog niet, er waren te veel twijfels.’ Het ATN en de afdeling voor Psychose van Lentis kregen wel het certificaat. Mooi voor Lentis, maar het CIP viel niet in de prijzen. Rogier vertelt verder: ‘In die tijd vond het eerste congres plaats (‘Het beste van twee werelden’), wat we daarna nog 6x zouden organiseren (het 8e congres IP is gepland op 8 oktober 2021 en valt samen met het eerste congres van CIZG, zie verder). Het congres in 2006 was een groot succes met meer dan 1200 deelnemers en heel veel enthousiasme. Voor het eerst werd op een groot landelijk congres op een open en verdraagzame manier gesproken over andere behandelwijzen in de ggz. Toch ben ik toen ook een beetje geschrokken. Er hing een soort Woodstocksfeer. Er ontstond een ongebreideld enthousiasme in de zaal, waarin bijna alles leek te kunnen. Om te voorkomen dat het zou doorslaan naar te alternatief en te weinig onderbouwd, hebben we direct daarna het zogenaamde CAG-protocol ontwikkeld; voor de zorgvuldige toepassing van andere behandelwijzen. We zijn de Raad van Bestuur zeer erkentelijk voor aanhoudende steun en de interne subsidies om onderzoek en innovatie te realiseren. Doordat zij achter ons bleven staan, ook toen het moeilijk was konden we doorontwikkelen en steeds beter worden.’ Veel stress Al in het begin van zijn loopbaan als psychiater kreeg Rogier te maken met de Vereniging tegen de Kwakzalverij. ‘Dat gaf me als beginnend psychiater veel stress.’ Toen hij in 2005 samen met zijn mentor Wim Bloemers een poli in Winschoten startte begon direct ook de felle kritiek van de Vereniging tegen Kwakzalverij. De vereniging is hem blijven volgen en ze lieten af en toe van zich horen, met name als ze zich tegen accreditatie van de door het CIP georganiseerde congressen keerden. ‘Zelfs toen ik promoveerde, hebben ze achter mijn rug om contact met de Rector Magnificus van de universiteit van Groningen gezocht om mijn promotie te verijdelen. Ik had hen juist met open vizier uitgenodigd om tijdens mijn promotie, in naam van de wetenschap te komen om openlijk met mij in discussie te gaan (opponeren). Daar hebben ze geen gebruik van gemaakt. Ik heb het er wel erg moeilijk mee gehad, maar steeds geprobeerd om niet in te gaan op herhaaldelijke uitnodigen ruzie te maken via de media. Ik denk dat die vereniging ook goed werk doet, maar dat ze soms wat doorslaan in een agressieve aanpak van alles waarvan zij aannemen dat het slecht of gevaarlijk is. Ik mis dan nuance en mis bij hen vooral ook een wetenschappelijke aanpak; ze reageren m.i. dogmatisch, subjectief en emotioneel.’ Met twee maten meten? ‘In 2015 hebben we een nieuwe poging gedaan en veel energie gestopt in de voorbereiding. We dachten aan de criteria te voldoen. Tot onze verbazing werd de TOPGGz certificering niet toegekend. Toen hebben we officieel bezwaar aangetekend tegen deze afwijzing. Ons bezwaarschrift had geen effect, de commissieleden bleven bij hun standpunt. Bij sommige collega’s van Lentis ontstond de indruk dat er bij de beoordeling van het CIP, ten opzichte van de andere kandidaten voor een TOPGGz certificering, met twee maten werd gemeten. Pikant detail hierbij is dat een van de bestuursleden van de visitatiecommissie ook in het bestuur zit van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Op zijn minst aanwijzing voor risico van belangenverstrengeling. Volledigheidshalve moet ik wel zeggen dat het bestuur van TOPGGz aangaf dat hij niet meegedaan heeft bij het proces van onze certificering. Uiteindelijk hebben we ons bezwaar laten rusten.‘
Drie keer is scheepsrecht ‘In de periode die daarop volgde hadden we steeds meer de wind en de tijdgeest mee. We werden ook wetenschappelijker en professioneler. Stynke Castelein, hoogleraar herstelbevordering, kwam ons adviseren en ondersteunen. Echt tof van haar dat ze dat deed. Er kwam nieuw onderzoek van de grond en behandelprogramma’s werden verder ontwikkeld. Dit kwam ook omdat er veel overlap zit in herstelgericht werken en integrale psychiatrie. Uiteindelijk kwam bij de derde visitatie de certificering in oktober 2020 rond! We hebben er twaalf jaar aan gewerkt om het rond te krijgen. Toen was het feest en iedereen blij!’ Internationale beweging Wat ooit begon als een kleine controversiële poli in Winschoten, groeide langzaam uit tot een behandelafdeling met een goede reputatie, die preventie, onderzoek en opleiding binnen en buiten Lentis verzorgt. Nationaal en internationaal zijn er organisaties die integrale zorg verder willen ontwikkelen. Namens Lentis participeert Rogier Hoenders, als voorzitter van het dagelijks bestuur, in het landelijk Consortium voor Integrale Zorg en Gezondheid (CIZG). Dit is een samenwerking van Radboud UMC, Haga, Rijnstate, Maxima MC, Louis Bolk instituut en Lentis. Deze organisatie voldoet aan de vraag naar betrouwbare informatie en advies over integrale zorg en complementaire behandelwijzen. De vragen hiernaar komen van patiënten, hun reguliere behandelaren en zorginstellingen. De belangstelling heeft te maken met de toename van chronische aandoeningen, de opkomst van leefstijlgeneeskunde en een roep om duurzame zorg. De reguliere zorg en complementaire behandelwijzen bevinden zich echter nogal in gescheiden werelden. Het CIZG wil deze werelden samen brengen. Ze wil dit doen door innovatie en wetenschappelijk onderzoek. Het CIZG werkt samen met consortia in de VS, Canada en Brazilië en met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het lijkt erop dat de groei van integrale zorg haar hoogtepunt nog niet heeft bereikt…