De methode Paul
Door Anne Helmus
Veel mensen dromen alleen over wat ze na hun pensionering gaan doen. Paul Honigh heeft een oude liefde, die wel altijd een rol in zijn leven is blijven spelen, nieuw leven ingeblazen. Dat is niet onopgemerkt gebleven.
Het is ergens in 1970. Paul ziet het nog zo voor zich. ‘Ik zat voor een sollicitatiegesprek op het hoofdgebouw in de directiekamer in Wagenborgen. Het gesprek met zuster Wendt, hoofd verpleging, die ook personeelszaken onder haar hoede had, werd onderbroken, ze moest even weg. De toenmalige geneesheer-directeur dokter Verhoog zat in dezelfde kamer achter zijn bureau en we raakten aan de praat. Ik vertelde dat we in de buurt een huis hadden gekocht en dat ik op zoek was naar een baan. In eerste instantie dacht ik aan iets technisch, in de machinekamer, elektrotechniek of iets dergelijks. Hij was erg geïnteresseerd. Ik vertelde wat ik zoal had gedaan. Werktuigbouwkundige op de grote vaart, beroepsfotograaf et cetera. Ook dat ik al zeven jaar schilderlessen volgde. Het moet een bijzonder tafereel geweest zijn: ik met wilde haren en een forse baard, informeel gekleed en dokter Verhoog, een leptosome man met een keurig grijs Terlenka pak aan. Toen er een stilte in het gesprek viel keek hij me nadenkend aan en zei: ‘Meneer Honigh, is creatieve therapie niets voor u?’ Ik kreeg die baan. Bij thuiskomst was mijn vrouw Lida erg blij. Er moest brood op de plank komen, het huis moest betaald worden en de tweede zoon was op komst.’ Donkere kamer in het mortuarium Paul is tot zijn pensionering creatief/beeldend therapeut gebleven. Hij heeft veel reorganisaties meegemaakt en op verschillende plekken gewerkt. Hele goede herinneringen bewaart hij aan de periode dat hij op de Wilg werkte. Een kliniek voor reconstructieve psychotherapie. Zijn discipline, creatieve therapie was een geïntegreerd onderdeel van de behandeling. Het sprak hem ook aan om verschillende rollen binnen deze intensieve behandelvorm te vervullen. Door het vele fotograferen had hij goed leren observeren en had een scherp oog voor non-verbaal gedrag. Dit had ook een keerzijde. Hij zegt hierover: ‘Soms keek ik mensen te lang en indringend aan, later leerde ik dat dit ongepast is.’ Gedurende zijn gehele dienstverband werd er een beroep op hem gedaan als fotograaf. Om bijzondere en feestelijke gebeurtenissen vast te leggen. ‘Op het terrein mocht ik een donkere kamer inrichten in het mortuarium. Een bijzondere plek om foto’s te ontwikkelen en af te drukken. Het was nog gewoon in gebruik. Voor de uitvaart werden hier de overledenen koel gehouden.’
Weer de zoveelste versleten putdeksel Ook privé is Paul blijven fotograferen. Veel in zwart wit. Na zijn pensionering is hij zijn immense archief gaan ordenen. Negatieven scannen en digitaliseren. Paul: ‘In de loop der jaren kwam er steeds verbeterde software op de markt. Dan ging ik alles weer bij langs om met nieuw gereedschap de foto’s nog beter tot hun recht te laten komen. Ik wist ook details naar voren te halen die ik nog niet eerder had opgemerkt. Heel gek, als ik met zo’n foto bezig was kon ik me vaak de omstandigheden waaronder ik zo’n foto maakte terug halen. Ik beleefde het moment als het ware opnieuw met alle daarbij behorende geuren en kleuren en emoties.’ Tijdens dit archiveren en selecteren vond hij een deel van zijn werk saai. ‘Weer de zoveelste versleten putdeksel’, zegt hij lachend. Hij wilde uitgedaagd worden. Hij kende iemand die lid was geworden van een fotoclub en zich daardoor enorm had verbeterd. Wat is dit voor geknoei? Paul sloot zich aan bij een fotoclub in Delfzijl. Hij moest enorm wennen en keek een beetje op van de opdrachten die hij kreeg vanuit de club, bijvoorbeeld: ‘Fotografeer het rood in het landschap’. Het werkte toch positief: ‘Ik moest uit mijn eigen bubbel komen en op een heel andere manier gaan werken. Ik begon ook vrijer werk te maken en gebruikte fotosoftware om foto’s te bewerken, wat dikwijls een bijzonder resultaat gaf. Bij de fotoclub fronsten ze dan hun wenkbrauwen en vroegen: ‘Wat is dit voor geknoei?’ Uiteindelijk konden ze mijn manier van werken wel waarderen en ik maakte school met de methode Paul. Ook begon ik wat meer van mezelf te laten zien door middel van een lezing, waarin ik ook een overzicht van mijn werk liet zien en vertelde hoe je foto’s kunt beoordelen. Ook bij ander fotoclubs heb ik dit verhaal gehouden. Ik werd steeds meer geaccepteerd. Dat ging echter niet allemaal zonder slag of stoot.’
Paul Honigh
‘Wie geeft me Jatmous’
Deze foto won de derde prijs in
de Ed van der Elsken fotowedstrijd.
Juryrapport: ‘Deze foto voelt heel erg jaren 50 aan en had in die tijd gemaakt kunnen zijn, de kinderwagen, het meisje en de oudere vrouw, haar kleding, het voelt allemaal vintage Ed van der Elsken aan. Het meisje kijkt naar de fotograaf en dus naar ons. Heel ontroerend zijn de details van haar handeltje als schoenpoetsertje, maar ook de belletjes in de etalage van de fietsenwinkel doen mee.
Successen! ‘Ook ging ik op verschillende plekken exposeren onder andere in het kader van de expositie Kunst aan de rand van Nederland. Een keer was ik bezig om mijn werk in een expositieruimte in Duitsland op te hangen en er een kunstenaar met enige faam op me af kwam en zei, terwijl hij mijn werk bekeek: Dit is autonome kunst! Ik kon hem wel omhelzen.’ Paul heeft even een zetje nodig en dan wil hij er wel iets over kwijt: ‘Al weer enige tijd geleden deed ik mee aan de Ed van der Elsken fotoprijs, georganiseerd door het tv-programma De Wereld Draait Door. Ik werd derde. Heel fijn natuurlijk. Ook leuk dat ik een paar keer een eervolle vermelding heb gekregen van de Nederlandse Foto Bond naar aanleiding van foto’s die ik had ingezonden.’ Sinds 2005 is Paul gezwicht en ging digitaal foto’s maken. Hij buit de mogelijkheden van deze manier van fotograferen optimaal uit. Als twaalfjarige jongen begon hij ooit met een bruin bakelieten boxje. Daarna volgden er vele camera’s. In zijn huis is in een hoekje bij de keuken een vitrine ingericht bomvol met fototoestellen en lenzen. Ook heeft hij een grote professionele printer aangeschaft om afdrukken op formaat A2 te kunnen maken. In zijn zelf gebouwde atelier annex werkplaats- hij blijft een echte techneut- achterin de tuin, exposeert hij af en toe en stond hij mij te woord. Nieuwsgierig naar meer: https://paulhonigh.wordpress.com/