Portret
Hilbrand Harms heeft het druk genoeg
‘Ik moet er niet aan denken dat er nog meer bij komt.’
Door Anne Helmus
We zitten gezellig aan de koffie met boterkoek in de zonovergoten bovenwoning van Hilbrand ergens aan de zuidkant van de stad. Hilbrand woont mooi. Veel planten, een houten vloer, een piano en een comfortabel zitje in de voorkamer, waar het gesprek met hem plaatsvindt.
Hilbrand is een gemakkelijke prater en heeft niet veel vragen nodig om zijn verhaal te doen. ‘Begin jaren tachtig van de vorige eeuw werd bij mij de diagnose schizo affectieve stoornis en later ook een chronische depressie vastgesteld.’ Gezegend ben je met zo’n diagnose, want wat had ik anders met mijn leven moet beginnen’, zegt Hilbrand met pretlichtjes in zijn ogen. ‘In mijn puberteit hield ik alle opties een beetje open. Ik kon moeilijk ergens helemaal voor gaan. Uiteindelijk ging ik wis- en natuurkunde studeren. Dat lukte niet, ook de lerarenopleiding niet. Een gebeurtenis in mijn privéleven had veel impact, daarna ging het goed mis. Ik werd voor het eerst opgenomen. Dat hakte er in, ik was toen psychotisch, al werd me dat toen niet zo goed duidelijk gemaakt. Daarna volgden er in de loop der tijd meerdere opnames.’ Je lijkt wel op mijn dochtertje van drie als ze boos is Omdat dit nummer van Lentis Magazine in het teken staat van de verpleegkundige, wil Hilbrand op mijn verzoek wel iets vertellen over de dingen die hij heeft meegemaakt in het contact met verpleegkundigen ten tijde van zijn opnames op verschillende locaties. ‘Gedurende mijn eerste opname op een gesloten afdeling werd ik door een verpleegkundige heel erg serieus genomen. Dat vond ik erg prettig. Zelfs na de opname kwam ze thuis bij me langs met haar vriend. Dat was voor mij een grote steun.’ ‘Tijdens die opname voelde alles eerst warm aan, daarna werd het benauwend. Ik lag de hele dag op bed. De verpleegkundigen waren eerst positief, dat bleef niet zo. Op een gegeven moment zei een verpleegkundige: ‘Wordt maar eens boos’. Toen ik later uiteindelijk boos werd en dat was best heftig, zei een collega; ‘Je lijkt wel op mijn dochtertje van drie als ze boos is.’ Dat vond ik erg vernederend.’
Ik krijg vaak complimenten van de verpleegkundige dat mijn bloedwaarden zo goed zijn.
Verpleegkundigen vroeger persoonlijker ‘Opgenomen in het toenmalige paviljoen de Bosrand op Dennenoord zat ik op mijn knieën te bidden voor mijn bed. Een verpleegkundige kwam toen zonder kloppen mijn kamer binnen. Zij heeft dat herkend als een behoorlijke inbreuk op mijn privacy. Later werd daar meer rekening mee gehouden en liep men niet zomaar bij patiënten naar binnen. Overigens was ik erg tevreden over de behandeling op de voormalige therapeutische gemeenschap de Bosrand. Ik speelde met een bepaalde verpleegkundige af en toe een soort toneelstukje. Zij probeerde me op een speelse manier over de streep te trekken om weer in actie te komen. Dat lukte goed. Ik speelde daar ook wel piano, soms vrij luid en heftig. Als je er niet van houdt kan dat vervelend zijn om aan te horen. De verpleegkundigen tolereerden dat. Achteraf vind ik dat wel bijzonder. Een keer tijdens een opname in het Academisch Ziekenhuis voelde ik me erg naar en had een grote behoefte aan contact. Ik omhelsde een verpleegkundige. Een passerende collega merkte op ‘Kijk nou toch een liefdespaartje’. Dat vond ik toen een hele nare opmerking. Over het algemeen heb ik het idee dat de verpleegkundigen vroeger persoonlijker waren dan nu. Ze zijn nu allemaal wat zakelijker. Mijn eigen SPV-er, ook een verpleegkundige natuurlijk, waar ik om de zoveel tijd contact mee heb, ervaar ik wel als warm en invoelend.’ Hilbrand gebruikt onder andere Lithium om zijn psychisch welbevinden op peil te houden. Zijn bloedwaarden worden regelmatig gecontroleerd. De Lithiumspiegel mag niet te hoog worden. ‘Ik krijg vaak complimenten van de verpleegkundige dat mijn bloedwaarden zo goed zijn. Dat gaat niet vanzelf. Ik probeer gezond te leven. De controles en het daarbij behorende lichamelijk onderzoek vind ik geruststellend.’
Ik voel me goed bij al deze activiteiten al moet ik er niet aan denken dat er nog meer bij komt.
Druk leven Hilbrand heeft best een druk leven. Hij is lid van de proza- en poëziegroep, verzorgt op de piano de muzikale omlijsting van de toneelgroep Geestkracht 11 en zingt in twee koren. Op de ochtenden is hij te vinden in de Belastingtoko waar hij onder andere cliënten van Lentis helpt met hun aangifte voor de belasting. Hilbrand zegt: ‘Ik voel me goed bij al deze activiteiten al moet ik er niet aan denken dat er nog meer bij komt.’ Proza en poëzie ‘Toen ik in 1997 opgenomen was op Eikenstein ben ik begonnen met schrijven. Ik kreeg positieve reacties op mijn schrijverij. Sindsdien ben ik actief blijven schrijven, poëzie zowel als proza. Ik schreef onder andere in de Klantenkrant over dingen die ik meemaakte. Ik heb ook een aantal keer meegedaan met de Jan Boer Poëzieprijs, uitgeschreven door Lentis.’ Vorig jaar, bij de Lentis Poëzieprijs, eindigde Hilbrand bij de laatste vijf. Hij is een actieve deelnemer aan de proza- en poëziegroep. Zijn schrijftalent en creativiteit heeft hij ook gebruikt in het artikel in dit magazine over de, naar zijn idee onterechte financiële bijdrage voor lithiumgebruik en de over de rol van de farmaceutische industrie, die hier door slapend rijk lijkt te worden. Inmiddels is die eigen bijdrage sinds 1 januari 2020 afgeschaft.
Lithium is een medicijn dat vaak goed werkt bij een bipolaire stoornis. Het wordt ook wel gebruikt bij depressie en clusterhoofdpijn. Het is belangrijk dat er een bepaalde hoeveelheid lithium in het bloed zit: niet te weinig want dan werkt het niet, maar zeker ook niet te veel, want dat kan gevaarlijk zijn.