Portret
Gertie Buseman vindt het een goed idee om in dit interview wat meer over het
Clubhuis De Horizon, waar zij werkt, te vertellen.
Leidinggeven op De Horizon
is me op het lijf geschreven
door Anne Helmus
‘Regelmatig vraag ik me af of mensen het kennen en weten waar we mee bezig zijn. Als ik soms collega’s van Lentis spreek en over het Clubhuis vertel lijkt het nieuw voor ze te zijn. Laatst hoorde ik dat iemand die het centrale nummer belde en naar ons vroeg, op onwetendheid stuitte en niet kon worden doorverbonden. De bekendheid vergroten is wel een van de vele zaken waar we aandacht voor hebben. Maar qua staf zitten we best wel krap en dan gaat de prioriteit toch gauw uit naar het welzijn van de leden.’
Preventieve functie In Winschoten waar het Clubhuis staat loopt het goed. In Groningen lukte het niet om het van de grond te krijgen. Gertie: ‘De gemeente staat heel positief tegenover het Clubhuis. Ik heb regelmatig contact met beleidsmedewerkers van de gemeente. Vier keer per jaar stuur ik een rapportage, altijd weer een heel document. Ik geef daarin aan hoe het gaat. Hoeveel nieuwe leden zich hebben aangemeld en wie er is doorgestroomd en hoe het met de verschillende activiteiten gaat. Zo blijven ze op de hoogte en hoef ik niet eens zo uitvoerig alles bij langs te gaan bij de jaarlijkse subsidieaanvraag. De Gemeente Oldambt financiert dit project. Ook brengen de werkafdelingen, zoals bijvoorbeeld de computerafdeling en de keuken, geld in het laadje. De gemeente is positief over ons, ik hoor terug dat we een preventieve functie hebben ten aanzien van de doelgroep. We hebben ook een inloopfunctie voor de gemeente Oldambt, maar ook voor de gemeente Westerwolde waar een aantal van onze leden wonen. Het Familie Bronsfonds helpt ons een aantal extra zaken te financieren zoals het jaarlijkse dagje uit en de barbecue. We hebben contact met veel verschillende instanties hier in de regio.’
Schilderijen in popart stijl Gertie woont al geruime tijd in Winschoten. Haar huidige woning is niet ver van het Clubhuis, dat is gevestigd in het pand van de voormalige Winschoter Courant. Op dit moment is daar geen ruimte voor, maar als ze in de nabije toekomst zal verhuizen, zal ze zeker een atelier inrichten om te schilderen. Haar hobby is portretten schilderen in pop art stijl. ‘In mijn middelbare schooltijd heb ik daar altijd wel wat mee kunnen verdienen. Ik ben een beetje aan het opruimen en heb de laatste tijd meer dan twintig schilderijen via Facebook kunnen verkopen. Ze waren zo weg.
De Horizon past goed bij mij Leiding geven op De Horizon is haar op het lijf geschreven. Na de opleiding voor Maatschappelijk werker op de Hanze Hogeschool vroeg ze zich af: ’Is dit het nou.’ ‘Toen ik deze baan kreeg was ik superblij. Leidinggeven en toch veel aanwezig zijn op de werkvloer vind ik ideaal. Dat past precies goed bij mij. We hebben een platte structuur. De leden van de het Clubhuis hebben veel inspraak, samen met stafleden en mij bepalen ze het beleid. Ook hebben ze inzage en zeggenschap in de financiën. De brief van de gemeente waarin werd aangegeven dat de financiering weer voor een jaar was toegekend was ook aan de leden geadresseerd. We doen alles zoveel mogelijk samen en beslissen niets zonder consensus. Als Clubhuisleidinggevende zie je erop toe dat alles goed verloopt binnen het clubhuis. Als het nodig is, ben ik degene die knopen doorhakt.’
Het is fijn voor iedereen om de draad weer op te kunnen pakken
In samenspraak met leden ‘In tegenstelling tot de reguliere GGZ hebben we geen inzage in de dossiers van onze leden. Ook lang niet alle leden krijgen begeleiding van bijvoorbeeld Lentis of Cosis. Zo nodig hebben we contact met de begeleiders van cliënten bijvoorbeeld als iemand in een crisis raakt. We zullen dat altijd doen in samenspraak met de cliënt en nooit achter iemands rug om. Zo hebben de leden de kans om afstand te nemen van hun rol als patiënt en meer gewoon mens te zijn. Als mensen bij ons komen proberen we zo weinig mogelijk druk op ze te leggen. Ze mogen rustig gaan zitten en om zich heen kijken, waar de leden mee bezig zijn. In de praktijk beginnen ze dan algauw kleine taken op te pakken. Dat kunnen praktische zaken zijn maar dat kan ook bijvoorbeeld de financiële administratie zijn.’ Nieuwe start ‘Na een periode van verminderde activiteiten ten gevolge van Corona hebben we allemaal zin om weer te beginnen aan een nieuwe start nu we weer open zijn. Er is een onderzoek gedaan door Lentis Research naar de impact van het tijdelijk sluiten, ten gevolge van Corona, op onze leden. We moeten nog even wachten op de resultaten, maar we hebben al wel te horen gekregen, dat mensen aangeven het enorm te missen en dat ze niet kunnen wachten om weer bij ons te komen. Tijdens de sluiting hebben we veel contact onderhouden met onze leden telefonisch of via de app. En met een beperkt aantal leden, die het echt nodig hadden, onderhielden we op afspraak wel face to face contact. Het is fijn voor iedereen om de draad weer op te kunnen pakken.’
De filosofie van het clubhuismodel
Dit model heeft zijn oorsprong in New York, waar een zelfhulpgroep van ex-psychiatrische patiënten een clubhuis ging betrekken. Dit clubhuis kreeg de naam Fountain House en het bestaat tegenwoordig nog steeds. Het voorbeeld van Fountain House heeft wereldwijd veel navolging gevonden. Het clubhuismodel gaat uit van de behoefte van mensen om ergens bij te horen, om zich veilig te kunnen voelen, om nuttig te zijn, om relaties met anderen te onderhouden, om zichzelf te kunnen ontwikkelen, om een plek te hebben waar men welkom is en gerespecteerd wordt. Daarnaast is het optimistisch ten aanzien van de mogelijkheden van mensen met psychiatrische problemen: bezoekers worden aangesproken op hun gezonde kant, waarbij er veel ruimte is voor eigen initiatief en verantwoordelijkheid. Bezoekers van het clubhuis worden geen cliënten genoemd, maar leden. De betaalde krachten (vaak begeleiders) worden stafleden genoemd en er is een clubhuisdirecteur. Het clubhuis is afhankelijk van de bijdrage van de leden aan de dagelijkse werkzaamheden. Door het werk en de daarvoor verkregen waardering kunnen de leden hun zelfvertrouwen hervinden en de patiëntenrol achter zich laten waardoor ze weer naar de toekomst durven te kijken. Door deze ervaringen met elkaar te delen in een positieve omgeving ontstaat een proces van wederzijdse versterking. Het clubhuismodel wordt inmiddels in meer dan 300 clubhuizen over de hele wereld toegepast. Het kent duidelijk omschreven richtlijnen, de standards. Deze gaan met name over de rechten en de emancipatie van de leden, hun betrokkenheid bij het clubhuis, de onderlinge relaties en de organisatiestructuur. De standards worden elke twee jaar geëvalueerd en waar nodig bijgesteld, op grond van signalen uit en na raadpleging van de internationale gemeenschap van clubhuizen.