Nieuwe plek in wijk Paddepoel geeft Fasehuis Hostel nieuwe impulsen
‘Als ik denk dat het een rustige dienst wordt, gebeurt er juist van alles’
Door Ursula Sennema
Op een snikhete augustusdag fiets ik naar Paddepoel. Wie de wijk binnenrijdt kan het niet ontgaan; de drie nieuwe giga-woontorens nabij het winkelcentrum. In één van de twee zandkleurige is sinds bijna twee jaar jongerenafdeling het Hostel gevestigd. Op de eerste en tweede etage. Daarvoor zaten zij decennia lang aan de Sledemennerstraat, hartje binnenstad. Dat gebouw voldeed niet meer aan de wooneisen van de huidige tijd, vandaar een verhuizing. Hoe is het personeel en jongeren sindsdien vergaan? Heeft de verhuizing goed uitgepakt? Wie verhuist laat wat achter en krijgt iets terug. En hoe ziet een gemiddelde werkdag er eigenlijk uit?
Ik heb afgesproken met verpleegkundigen Elvira en Peter. ‘Schoon’, lacht Elvira als ik vraag wat een zo fijn is aan werken in een nieuw gebouw. Alles fris en netjes, jazeker is dat is prettig werken. En ook de jongeren die destijds meeverhuisden gaven dat aan. Bij rondleidingen zijn toekomstige cliënten en hun naasten verrast over wat ze te zien krijgen. Een appartement met je eigen sanitair en keukenblok, met veel lichtinval en naar eigen smaak in te richten.’
Er is plek voor negentien jongeren verdeeld over drie groepen. De groepen hebben een eigen woonkeuken. Op het whiteboard kun je aangeven in welke tijdsblok je wilt koken. Sommigen doen dit samen. In de ochtend (voor wie geen programma heeft) en avond is er gezamenlijk koffie- en theedrinken. Het is een heuse jongerenflat, de andere appartementen worden gehuurd door jongeren, tot 27 jaar, vaak studenten. Dat zorgt voor een bepaalde sfeer in en om het gebouw. Je hebt niet zozeer het gevoel dat het om een instelling gaat maar veel meer om een woonplek middenin de maatschappij. Onderling ontstaan er contacten. En er kan gebruik gemaakt worden van de gezamenlijke ruimte op de begane grond. Een multifunctionele ruimte met tafeltennistafel, een zitje, een grote keukentafel. Elvira vertelt over de jongeren die aangemeld worden. ‘De problematiek is divers. Psychotische klachten, stemmingsstoornissen, vaak is er sprake van gecombineerde problematiek. Speelt er bijvoorbeeld verslavingsgevoeligheid of autisme. Het komt regelmatig voor dat jongeren psychologische behandeling volgen of dat diagnoses bijgesteld worden of het beeld duidelijker wordt.’ Jongeren gaan aan de slag met het trainen van vaardigheden. Er worden doelen gesteld bijvoorbeeld gericht op het krijgen van een beter ritme, oppakken van studie, grip krijgen op de klachten. Iedereen volgt zijn eigen traject, het is echt maatwerk. Gestreefd wordt het traject binnen een jaar af te ronden. Soms is verlenging van die periode nodig.’ Het Hostel-team is een gemêleerd team, met verschillende achtergronden en opleidingen. De medewerkers noemen zichzelf ‘coach’. Dat woord dekt het best de rol die zij hebben. Dat je jongeren vooral stimuleert zelf stappen te zetten, alleen iets overneemt als het niet anders kan. Dat je, soms letterlijk en figuurlijk, achter iemand blijft staan. Peter vertelt dat de helft van de jongeren is afkomstig van de afdeling Psychose van het UCP. Omdat daar inmiddels veel ervaring mee is opgedaan ligt de expertise zeker bij deze groep. Iedere twee weken komen twee behandelaren langs voor overleg, dat houdt de lijnen kort. Daarnaast geldt bij alle jongeren dat er structureel ZAG-gesprekken zijn, Zorg Afstemmings Gesprekken, waarbij de doelen geëvalueerd worden. Alle jongeren hebben hun eigen externe hoofdbehandelaar die hierbij aanwezig is. Naast de negentien interne plekken worden er vier ambulante cliënten bediend, zij wonen in de buurt.
Was eerder Lentis, met name de Kliniek Groningen, een belangrijke verwijzer, de laatste jaren zijn er andere zorgaanbieders bij gekomen. De aanmeldingen komen nu ook van Buurtzorg T, Forte GGZ of van een Lentis-Factteam. Of van Jeugdzorginstelling Accare, wanneer cliënten bij hen de volwassen leeftijd bereiken. Sinds een aantal jaren wordt de zorg in het Hostel gefinancierd vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De gemeente is verantwoordelijk voor het verstrekken van indicaties en is daarmee een belangrijke partij geworden. Het had een organisatorische achtergrond; het Hostel kwam te vallen onder het cluster Wonen Groningen Stad, WMO-gefinancierd. Gevolg was dat er geen eigen behandelaren van Lentis meer aan het team gekoppeld werden. Een grote trendbreuk met eerder, waarin dat wel het geval was. Elvira en Peter kijken er vooral positief op terug. ‘In het begin was dat spannend, hoe zit het met de verantwoordelijkheid, wie moet je bellen wanneer er sprake is van spoed. Maar we merkten dat we zelf veel konden oplossen. Dat vergrootte het vertrouwen in onszelf, we deden ervaring op. We leerden hoe we externe behandelaren erbij moeten betrekken. En als de nood aan de man is maken we gebruik van de reguliere hulpdiensten. Eigenlijk een veel gezondere manier van werken.’ Elvira geeft aan dat handelen in acute situaties iets is dat zij als prettig ervaart. ‘Ook dat hoort erbij voor mij, is een reden om voor dit vak te kiezen, dat ik op zo’n belangrijk moment iets kan betekenen voor een ander. Dan gaat mijn bloed sneller stromen.’
In het begin was dat spannend
Coachgesprekken vinden plaats bij jongeren in het appartement maar ook regelmatig wordt er buiten Het Hostel bijgepraat. Volgens Peter past dit in de huidige tijd. Niet alleen tegenover elkaar in een ruimte maar juist eropuit. Samen een keer een boodschap doen in het winkelcentrum en ondertussen een gesprek voeren. Of een potje tafeltennissen. Maar vooral wandelen naar en in het Noorderplantsoen, dat op steenworpafstand ligt. Elvira: ‘Ik schat in dat ik de helft van mijn gesprekken wandelend doe.’ Peter (in september start hij met de Lentis-leefstijlopleiding) is in het voorjaar met een loopgroepje begonnen. ‘Het is mooi om te zien dat sommigen enthousiast raken. Ook dit wordt gedaan in het groen van het Noorderplantsoen. Laatst ging er een groepje zonder mij op eigen initiatief een rondje maken. Dat zijn mooie dingen. We proberen sowieso meer aandacht te geven aan gezonde leefstijl.’ Geen dag is hetzelfde op het Hostel. Elvira: ‘Het valt me op dat als ik in de ochtend denk dat het een rustige dienst belooft te worden, er juist die dag van alles gebeurt.’ Het werken met jongeren wordt door beiden als boeiend ervaren. Peter: ‘Jongeren zijn spontaan, ze geven veel aan je terug, zijn volop in ontwikkeling. En er wordt ook veel gelachen met elkaar. Wanneer iemand stappen zet en klaar is voor bijvoorbeeld zelfstandig wonen doet ons dat ook goed. Of wanneer een tevreden moeder je bedankt voor de zorg, vorige week gebeurde dat nog.’
Binnen Wonen Groningen Stad wordt sinds enige tijd gewerkt met het model ART. ART staat voor Active Recovery Triad. Een model dat een nieuw perspectief biedt voor de langdurige GGz-verblijfszorg. De cliënt gaat samen met zijn naasten en hulpverleners (de triade) actief aan de slag met zijn herstel. Uitgangspunten zijn de behoeften, drijfveren en wensen van de cliënt in het dagelijks leven. Op het Hostel is geen sprake van langdurige verblijfszorg, maar toch is het model ook hier goed toepasbaar. ART-coach Kim Snippe is gekoppeld aan de teams van Wonen Groningen Stad om dit model gestalte in de praktijk te geven. Zij is onder andere aanwezig bij de maandelijkse casuïstiekbespreking aan hand van de richtlijnen van ART. ART wordt door de medewerkers als prettig ervaren. Het geeft een ruimere blik op de cliënt en is helpend bij het inzoomen op krachten van de cliënt en het netwerk. Op Het Hostel is dit proces al langere tijd in gang gezet. De vraag van de cliënt centraal en de blik naar buiten gericht. ‘Het besef dat we goed bezig zijn met elkaar’, concluderen Elvira en Peter. Aan het einde van het gesprek krijg ik een rondleiding. Op de terugweg bedenk ik me dat het ‘oude Hostel’ niet meer ter sprake is gekomen. Ik snap wel waarom jongeren en medewerkers content zijn met de nieuwe plek. Er gaat iets lichts van het gebouw uit. De ruimtes zijn modern-industrieel, maar ook gezellig ingericht. Met fraaie posters, planten, een woonkeuken die uitnodigt om er tijd door te brengen. Er hangen vrolijke A-viertjes dat je welkom bent om te komen tafeltennissen en mee te doen met de loopgroep. Op tafel ligt het spel 30 Seconds.