Aardig
Door Ursula Sennema
‘Kijk, dat plantje kreeg ik zeven jaar geleden van Tiny, voor mijn verjaardag.’ Bert glundert terwijl hij wijst. En gaat verder: ‘Met Tineke kon ik het ook heel goed vinden, we hebben toen samen naar mijn papieren gekeken.’ Nog iets aardigs over een derde hulpverleenster. Drie vriendelijke dames, verpleegkundigen, die de afgelopen tien jaar bij hem kwamen. Ik mag nummer vier zijn.
Man van rond de zestig met een leven waarin blijdschap en verdriet was. Wat opvalt is dat hij opfleurt wanneer hij mooie herinneringen ophaalt. Dat er vroeger thuis zoveel mocht. Dat ze met elkaar de feestelijke gelegenheden flink vierden, er werd gezongen en op de mondharmonica gespeeld. Hoe collega’s in het verzorgingshuis een verrassingsfeestje hadden georganiseerd voor zijn veertigste verjaardag. Met gekkigheid, slingers en confetti. Weer die vergenoegde blik. Hoe hij als jongeman op de mountainbike eropuit trok, hij wijst trots op de foto aan de muur. Een joekel van een kerstboom waar hij vanaf 1 december als een koning onder zit. Ik laat hem dezelfde verhalen vertellen en geniet mee.
Op de agenda staan andere bespreekpunten, soms voelt dat als ‘moeten’. Als hij vertelt over het slechte slapen, de nachtelijke onrust om zijn huis. Zou een slaapcursus misschien helpen, opper ik. Over het aantal sociale contacten, misschien moet dit uitgebreid? Terwijl ik hem aanmoedig weer langs te komen bij de contactpoli. Zouden de activiteiten in het buurtcentrum wat zijn? Ik zeg we gaan samen een kijkje nemen. Er is daar tussen de middag soep. Bij het kleine stukje ernaartoe valt op hoe vaak hij gegroet wordt. Bij naam nog wel. In het buurtcentrum komt een mevrouw naar hem toe en nodigt hem uit een keer mee te doen met een eetgroepje.
Praten over leefstijl en de uitkomsten van de jaarlijkse screening. De bloeddruk te hoog, het advies wat af te vallen. Misschien weer sporten? De sport- en spelgroep aan de Hereweg, is dat een idee? De tips die ik geef, de aanmelding bij de diëtiste, terwijl ik vanuit mijn ooghoek de frituurpan op het aanrecht zie staan. Het advies te stoppen met biertjes en te minderen met koffie. Alles voor de gezondheid. Zijn grote moed om zijn gebit te laten saneren.
Terwijl hij me blij vertelt over de gezelligheid die hij ervaart in het buurtkroegje eens in de zoveel tijd. Wie er nog meer zaten, wat de barvrouw aan hapjes had geregeld, de liedjes van Jannes.
De adviezen die we geven, soms wat te veel?, de keuzes die hij maakt. Zijn leven.
Ons contact stopte, zoals dat gaat. Laatst trof ik hem in de binnenstad, hij te voet, ik op de fiets. Wat aardige woorden over en weer.
Mooie herinneringen.
Mijn mooiste:
Dat gezicht toen ik hem zag zitten in de wachtruimte, stralend van oor tot oor.
‘Bert, wat zit je lachen.’
‘Jááa, ik heb een heel mooi weekend gehad. Feyenoord kampioen en ook nog op mijn verjaardag!’
Hier kan een bezoekje van een aardige verpleegkundige niet tegenop.