Gerard de Roos bracht een cliënt terug naar huis
In Nederland had hij niets waar hij zich aan kon verbinden
Door Hadassa van de Griend
Middenin de tweede corona-golf afgelopen november vloog maatschappelijk werker Gerard de Roos in dertig uur heen en weer naar China om een ex-patiënt naar huis te brengen. Een vrijwillige daad, waarvan je spontaan meer vertrouwen in de wereld krijgt.
De oud-patiënt, een jonge man van eind twintig, was onlangs van China naar Groningen geëmigreerd om als onderzoeker aan de Rijksuniversiteit te werken. Een carrièrestart die velen van ons waarschijnlijk niet snel zouden durven wagen: voor je dertigste werken voor een bedrijf zo’n 9.000 kilometer vliegen vanaf huis. Waarom hij het deed weten we niet. Hij was expert in de sterrenkunde, dus wellicht sprak het hem aan om, uit het bebouwde Shanghai, de ruimte van Groningen op te zoeken. Hoe dan ook, feit is: de universiteit in Stad vond hij uiteindelijk nooit. Bedankje op zijn manier ‘De man bedankte me op zijn manier’, zegt Gerard als hij terugdenkt aan het laatste contact dat hij met hem had. Gerard heeft een vriendelijke stem en een Gronings accent, waarmee hij af en toe zoekt naar de juiste woorden. Maar eenmaal op dreef ronduit vertelt over de periode die voorafging aan zijn vlucht op 3 november. Als hij moet lachen slaat zijn stem een beetje over, alsof hij onbewust benadrukt: nee, dit maak ik vast niet nog eens mee.
Heel duidelijk Het is mei 2020 als de betreffende jongeman in de kliniek van Lentis belandt. Gerard is er, alhoewel hij al langer in dienst is bij Lentis, dan pas net een paar maanden werkzaam als maatschappelijk werker. Hij blikt terug: “de man was volledig ontspoord en had intensieve psychiatrische hulp nodig. We hebben er een behoorlijke klus aan gehad om hem weer stabiel te krijgen. Maar uiteindelijk lukte het om contact met hem te maken. Ik merkte steeds meer dat er ruimte was om met hem samen te werken. Hij was heel duidelijk en eerlijk over wat hij wilde: ‘nee’ was 100% ‘nee’, maar zei hij ‘ja’ dan was het ook echt 100% ‘ja’.’
In Nederland had hij niets waar hij zich aan kon verbinden.
Hij moest terug naar huis.
Wederzijds vertrouwen Ondanks het uitsluitend functionele contact tussen Gerard en de man, lukt het om wederzijds vertrouwen bij elkaar te vinden. ‘Dat kwam omdat we allebei heel trouw onze afspraken nakwamen. Ik belde en bezocht hem iedere week en hij zat dan standaard klaar. Daarnaast communiceerde ik heel open over mijn intenties en interventies. In eerste instantie zag hij het absoluut niet zitten om terug te gaan naar China, maar op den duur kon ik hem toch overtuigen.’
Alles op alles En zo gebeurde het dat een pas begonnen maatschappelijk werker alles op alles zette om een jongeman via allerlei samenwerkingen zo snel mogelijk naar Shanghai te laten vliegen. ‘In Nederland had hij niets waar hij zich aan kon verbinden’, legt Gerard uit. ‘Hadden we hem na zijn ontslag losgelaten, dan was hij waarschijnlijk binnen korte tijd weer bij ons terecht gekomen. Hij moest terug om verder te herstellen. Maar ja, geen repatriëringsbureau zag het vanwege corona zitten om deze zaak op te pakken. Inmiddels kende ik de patiënt en zag ik dat hij echt gemotiveerd was om terug te gaan, dus regelde ik dat ik contact met hem kon houden, ook na zijn ontslag. Gelukkig boden de universiteit en de Chinese ambassade hulp om onze reis te faciliteren.’ Geen oog dichtgedaan Samen met de Rijksuniversiteit Groningem en de Chinese ambassade puzzelde Gerard een reis naar China in elkaar. Van een hotel in de stad tot een taxi naar Schiphol en ontvangst in Shanghai zo’n 15 uur later, waar de man moest worden opgehaald door zijn familie. ‘Ik heb in korte tijd een snelcursus Engels gevolgd’, grapt Gerard. ‘Ik had contact met verschillende instanties. Een counselor van de ambassade regelde de formele zaken rondom de reis, zoals contact met de douane en met familie van de man, zodat het zeker zou lukken om hem thuis te brengen. Dat was zo goed geregeld dat ik me er niet druk over heb gemaakt of het allemaal wel zou lukken. Wel werd het spannend of we überhaupt het vliegtuig in zouden kunnen. Want om naar China te vliegen moet je maximaal 72 uur van te voren negatief getest zijn op het coronavirus. Ik kan je vertellen: ik heb deze hele periode van voorbereiding prima geslapen, maar toen ik moest wachten op die test heb ik geen oog dicht gedaan. Gelukkig was hij op tijd binnen en negatief.’
Ze hielden me aan omdat ze niet begrepen dat ik meteen terug zou vliegen.
Spannend Ook na aankomst op Schiphol werd het spannend. ‘Ik werd aangehouden bij de gate omdat ze niet begrepen waarom ik meteen weer terug zou vliegen. Ik heb toen ter plekke verhaal gedaan en mailwisseling met de Chinese ambassade laten zien zodat ze me geloofden. Toen we uiteindelijk in het vliegtuig zaten, allebei met een glas verse jus, viel alles van me af.’
Praktisch contact Wie denkt dat zo’n vlucht van 15 uur verbroedert, heeft het mis. De reis was, net als het proces ervoor, geenszins onderdeel van een zoet vriendschapsverhaal tussen behandelaar en patiënt. ‘Ik heb het laatste seizoen van de serie Vikings zitten kijken’, lacht Gerard. ‘Die had ik vanaf Netflix gedownload samen met 800 films. Af en toe kletsten we wel een beetje, maar ook dat was praktisch en ging over de vlucht. Toen we uiteindelijk in Shanghai aankwamen en we aan de slurf dockten, stond zijn moeder al vrij snel in het vliegtuig om hem op te halen. Ik herkende haar eerst niet eens, want ze was gekleed in een witte overall en droeg spatschermen, in verband met het coronavirus. Maar ik kon zien dat ze erg dankbaar was. De man nam kort en zakelijk afscheid en verdween daarna in een ambulance. Een paar uur later vloog ik terug. Voor het avondeten was ik thuis.’
Ik zou mijn kind ook bij me willen Nu, ruim een maand later, kan Gerard nog altijd tevreden zuchten over dit verhaal, zelfs al heeft hij geen contact meer met de man gehad. ‘De dankbaarheid van de familie, daar deed ik het voor. Ik zou mijn kind ook bij me willen hebben als ik weet dat het niet goed gaat. Mede daarom heb ik er veel eigen tijd in gestoken. Bovendien was het ook gewoon een grote uitdaging en een mooie puzzel. Ik vond het mooi om te merken hoe bereid anderen waren om mee te werken. We hebben dit echt samen gedaan: binnen de kliniek van Lentis, de samenwerking met FACT, de universiteit en de Chinese ambassade. Dankzij hun hulp is dit een succesverhaal geworden. En dat is het zeker als je je bedenkt dat hij al ontslagen was: we hadden het ook niet kunnen doen. Maar dan was het misschien met de man heel anders afgelopen.’