Door Anne Helmus

Margje:

Niemand hoeft me aan te sporen’

‘Een slaaf doet alles voor zijn meester. In mijn geval was dat Koning alcohol. Ik vond het gewoon erg lekker en kon er niet mee stoppen. Lichamelijk ging het na verloop van tijd slecht met me, ik raakte verward en was de weg kwijt. In 1998 werd ik opgenomen bij Lentis. Ondertussen was ook duidelijk geworden dat ik ADHD had en kon men mijn drukke gedrag ook beter plaatsen. De verslavingszorg en Lentis hebben nog een tijdje zitten bakkeleien waar ik thuis hoorde. Ze speelde elkaar een beetje de bal toe. Ik zie verslaving ook als een ziekte van het hoofd. Je bent zelf niet meer de baas. De jank om drank kan heftig zijn en moeilijk te weerstaan. Na de opname in de psychiatrie ben ik ook aan mijn verslaving gaan werken. Ik ben er al lange tijd helemaal van af en heb er geen behoefte meer aan. Nog altijd bezoek ik een groep van de AA. Iedereen weet daar van de hoed en de rand. We hebben allemaal dezelfde achtergrond, daarom begrijp je elkaar zo goed. En kun je elkaar vanuit die kennis steunen.’

Gedichten in schriftjes

Margje van den Berg is een van de leden van de Proza- en Poëzie­groep die elke maandagochtend bij elkaar komt, al twintig jaar lang. Deze groep is voor haar van groot belang. Ze ziet het als een stuk cultuur dat echt behouden moet blijven. Je hoort de mooiste gedichten. Margje bewaart al haar gedichten, aantekeningen en gedichten in schriftjes. Het zijn een soort dag­boekjes waarin te lezen valt welke gedichten ze maakte en wat haar bezighield in een bepaalde periode. De gedichten van Margje rijmen, zijn compact en hebben vaak een bood­schap die met humor en relativerings­­vermogen wordt gebracht. Na het beluisteren van haar gedichten blijf je even mijmeren met een glimlach op je gezicht. De leden van de groep komt ze ook wel op andere plekken tegen. Soms ook in de privésfeer. De gedichten en tekeningen waren ook lange tijd te zien in FoolColor.

Binnenkort viert de Proza- en Poëziegroep weer het jaarlijkse Sinterklaas feest. ’We trekken lootjes en kopen cadeautjes voor maximaal vijf euro. Natuurlijk hoort er een gedicht bij. Omdat je iedereen goed kent is het niet zo moeilijk om iets te bedenken.’


Ik ben een echte straatjutter!

Ik heb met Margje afgesproken op de Kringloopwinkel aan de Diamant­laan in Groningen. Een superleuke zaak waar ze als vrijwilliger werkt. Ze maakt er voor­namelijk schoon. Ze houdt de winkel stofvrij en reinigt de vloeren. Ook houdt ze de parkeer­plaats van de kringloop netjes en vrij van zwerf­vuil. Ze zegt: ‘Ook bij in mij in de buurt waar ik woon maak ik de om­geving schoon. Dat schoonmaken en opruimen doe ik bijna auto­matisch. Niemand hoeft me aan te sporen. Soms levert het wel eens wat op. Ik heb al twee keer een i-pad gevonden. Een mooie doos met twee flessen wijn. Die heb ik maar cadeau gedaan aan een liefhebber. Verder vond ik geld, sieraden en goede schoenen. Ook nog een hele mooie tas en kleding. Die stop ik natuurlijk eerst in wasmachine voor ik ze her­gebruik. Ja. Ik ben een echte straat­jutter.’

De dingen die ik doe gaan vanzelf

Margje krijgt een WAO-uitkering. Op mijn vraag wat ze vindt van het voor­stel om mensen met een uitkering om een tegenprestatie te vragen, aarzelt Margje wat en zegt: ‘Als mensen er mentaal aan toe zijn om iets te mogen doen wat bij hun past lijkt me dat prima. Mensen met een klein bedrag belonen voor hun werk of tegenprestatie lijkt me ook een goed idee. De dingen die ik zelf doe gaan vanzelf daar heb ik geen dwang bij nodig. Ik heb er ook plezier in. Als ze me er toe zouden verplichten zou ik zeker de kont tegen de krip gooien.’


Tot besluit maak ik nog een paar foto’s van Margje op de kerst­afdeling van de Kring­loop­winkel. Wat een mooie spullen. Ik ga niet met lege handen naar huis en koop een prachtige standaard voor de kerst­boom thuis. Het is een soort sculptuur. Het beeldt cadeautjes uit onder de kerstboom, een speel­goed treintje, een beertje, een bal en een trommel. Heel kleurig. Made in China, maar heel Amerikaans. Bij thuiskomst schrok mijn vrouw zich een hoedje. Maar dit jaar mag hij de kerst­boom dragen. Dus bij het op­tuigen van de kerst­boom zal ik zeker even aan Margje denken.