Ingrid Hollander en Yvon Teuben werken in de Hondsrugstraat 13 in De Enk

Je kunt iets bieden wat past, omdat je de mensen kent

Door Jannie Strijk

We halen herinneringen op.

Binnen Dignis maakt het agogisch werk onderdeel uit van het zorgteam. Dit is onderdeel van De Nieuwe Koers van Dignis. In de loop van de tijd veranderen de opvattingen over wat goede zorg is. Goede zorg bestaat naast verzorging, wonen en behandeling ook uit aandacht, nabijheid, contact, zingeving, meedoen, je uiten en erbij horen. De agogisch werkers worden in teams ingezet om hier een bijdrage aan te leveren. Ingrid Hollander is agogisch werker. Zij maakt deel uit van het team Hondsrugstraat 13 in De Enk, waar ook Yvon Teuben werkt. Yvon is verzorgende in opleiding voor Gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie.

Voorheen waren alle activiteiten centraal. Wie wilde ging heen. Nu zijn de activiteiten gebonden aan bewoners. Ingrid: ‘We hebben nog wel centrale activiteiten, zoals bijvoorbeeld Goud voor oud.’ Maar het grootste deel van het werk van de agogen speelt zich nu af in de huisjes. Yvon: ‘Je kunt het agogisch werk inzetten wanneer je wilt. Als het ’s avonds onrustig is, dan kan het een goed idee zijn om dan het agogisch werk in te zetten. Dan heb je meer handen en ogen op de afdeling. En dan kunnen we de rust en veiligheid beter waarborgen.’


Pleinactiviteiten

Ingrid heeft 1:1 contact met bewoners. ‘Je moet meebewegen met bewoners. In het huisje kun je meer individuele aandacht geven aan mensen die niet veel familie of bezoek krijgen. Even een praatje, een kopje koffie of thee, zodat ze weten dat ze niet vergeten worden.’ Naast de 1:1 contacten, organiseert Ingrid samen met collega Gert Jan voor 4 huisjes een plein­activiteit. Een pleinactiviteit kan een spel zijn, een gesprek, een quiz, bingo, of wat dan ook. ‘Uit ieder huisje haal ik dan mensen die dat leuk vinden. Iedere keer moet je kijken: waar liggen de kwaliteiten van bewoners. Met een vragenspel doe ik sommige mensen een plezier. Anderen frustreert dat alleen. Of zingen. Maar dat is de vorm, het middel. Het gaat erom dat je verbinding maakt en mensen zo goed mogelijk tot hun recht laat komen. Dat mensen elkaar ontmoeten.’ De pleinactiviteiten vinden plaats in ’t Hoekje, een plek op de gang. ‘Het is echt een open plek, zodat mensen gemakkelijk binnen kunnen lopen. Er staat met opzet een krukje. Het gebeurt regelmatig dat iemand die rondloopt even aanschuift. Dat is precies de bedoeling.’ De activiteiten geven structuur aan de dag en voldoening. ‘We hebben vaak leuke gesprekken in ’t Hoekje. We halen herinneringen op. Dan gaan mensen tevreden terug naar de afdeling.’ Ingrid vindt dat het veel voordelen heeft om op de afdeling te werken: ‘Het voordeel van zo werken is dat je beter op de zorgvraag in kunt gaan. Als Activiteitenbegeleiding sta je verderaf. Nu kom je veel dichterbij. Je kunt iets bieden wat past, omdat je de mensen kent. Als activiteitenbegeleider ken je niet iedere bewoner op deze manier.’


Plek zoeken

Voor de teams was het wel even wennen. Yvon: ‘In het begin was het een beetje je plek zoeken. Je moet ook niet in elkaars vaarwater zitten. Ik was eerst wel bang dat het veel te druk zou worden in het huisje met de verpleging, het agogisch werk en een stagiaire, maar het nestelt zich in. We hebben er veel gesprekken over gevoerd.’ Ook was er de angst dat de agoog alle leuke dingen zou gaan doen de bewoners. ‘Ik dacht dat wij dat dan niet meer zouden kunnen doen. Maar dat is niet zo. Je doet het met elkaar. Je kunt ook meegaan naar buiten. Als Ingrid mensen meeneemt naar ‘t Hoekje, dan is er voor ons meer tijd om aandacht te besteden aan de mensen die in het huisje blijven.’


Misverstanden

Als het over agogisch werk gaat, zijn er veel misverstanden, aldus Ingrid. Dan denkt men bijvoorbeeld dat het werk ook best door vrijwilligers kan worden gedaan. ‘Agogisch werk is niet alleen leuke dingen doen. Je legt contact, daar gaat het om. En daar hebben we verschillende benaderingswijzen en gesprekstechnieken voor in onze rugzak. Soms krijg ik wel eens te horen: wat heb je ze rustig bij elkaar. Ik kijk wie zet ik bij elkaar, hoe benader ik ze. Ik ken de levensloop en kan soms even afleiden met een gesprekje.’ Vrij­willigers zijn trouwens wel erg welkom in de samenwerking met de agoog. ‘Zij bieden hulp tijdens de activiteiten. Dat is heel prettig. Het komt ten goede aan het welzijn van de bewoners.’


Het werkt

Het team van Hondsrugstraat 13 heeft zijn vorm gevonden. Yvon: ‘We zijn een goed team. We zijn laatst nog met elkaar uit eten geweest. Het is belangrijk dat je in het werk goed met elkaar kunt opschieten, goed in contact bent. Als je vertrouwen hebt in je team en je veilig voelt, dan kun je en durf je jezelf te zijn. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. We vullen elkaar goed aan. We hebben een basis en van daaruit werken we verder. Als je het dan eens niet met elkaar eens bent, dan is de drempel om elkaar aan te spreken veel lager. Het maakt communiceren gemakkelijker. Maar er is natuurlijk altijd ruimte voor verbetering.’

Het werkt en het past. En dat krijgen ze ook terug van familie. ‘We hadden een mevrouw die alleen maar in bed wilde liggen. We probeerden het wel te stimuleren, maar het was lastig. Toch is het gelukt om daar met agogisch werk nog iets te bereiken. Door een fotoalbum te bekijken met de virtual reality bril. Met de bril kon ze beelden van het strand en de duinen zien. Dat riep herinneringen op aan de vakantie op Ameland. Ze vond dit prachtig! De dochter was er zeer over te spreken.‘


Blijven leren



Zintuigactivering

Ingrid: ‘In een gevorderde fase van dementie verandert de manier van contact maken.. Berti (psychodiagnostisch medewerker. JS) heeft materialen die ondersteuning kunnen bieden in het contact leggen met de bewoner. Daardoor zijn er mogelijkheden voor het aanbieden van activiteiten voor bewoners. Dit kan bijvoorbeeld door middel van zintuigactivering of het ophalen van herinneringen. Ze geeft de agoog handvatten en ondersteuning, door het geven van workshops en scholing belevingsgerichte zorg.’


Reminiscentieruimte: in je tijd leven

Yvon volgt een opleiding voor Gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie. Daarvoor gaat ze ook wel buurten bij andere instellingen. Dat levert haar veel op. Ze leert er meer over hoe je bewoners nog meer kunt in hun tijd laten leven. Daarvoor zijn er reminiscentieruimtes. Die ruimtes zijn aangekleed naar hun tijd. Voor buitenstaanders lijkt het misschien een beetje oubollig, maar de bewoners herkennen het. Yvon: ‘Nu is dat een ruimte die past in de jaren 40/50. Met een tafelkleed op tafel. Daar voelen mensen zich goed bij. Maar dat verandert met de doelgroep die we binnenkrijgen.’ Ingrid valt haar bij: ‘Toen ik binnenkwam in de zorg, zaten de dames nog in een bloemetjesjurk met een knotje, de heren liepen op zondag in driedelig pak. De liedjes waren oude schoolliedjes. Maar dat verandert. Nu hebben we de Beegees en Abba.’