Familie-ervaringswerker Femke Buiskool Ik weet wat je voelt, want ik heb het zelf gevoeld
Door Anne Helmus
Voor de familie-ervaringswerker is er veel te doen. Ga maar na: als we ervan uitgaan dat we als Lentis 130.000 mensen op jaarbasis behandelen. Bedenk dan voor het gemak maar even dat deze hele grote groep één naaste zou hebben. Dan wordt wel de enorme omvang van het werkveld duidelijk. Lentis heeft 4500 medewerkers en twee familie ervaringswerkers en nog eentje in opleiding. ’Er is op dit vlak zoveel werk te doen, er zouden wel meer familie ervaringsdeskundigen aan de slag kunnen,’ zegt Femke. Femke is met haar collega ervarings-werkers een pilot gestart om de naasten van cliënten die te maken hebben gehad met een gedwongen uithuisplaatsing van een naaste of familielid door middel van de psycholance, te steunen.
‘Kom op jongens’ Femke: ‘Ik gebruik mijn eigen familie-ervaringen. Ik ben familie van een aantal personen met een psychische kwetsbaarheid. Vanuit die ervaring met hen kan ik goed aansluiten op het vlak van: ‘Ik weet wat je voelt, want ik heb het zelf gevoeld.’ Zelf heb ik ook psychische problemen gehad en ik heb ervaring als cliënt. Die ervaringen gebruik ik niet direct maar die zitten wel in mijn rugzakje. Mijn functie is nu familie-ervaringswerker. Ik ben sinds twee jaar ervaringsdeskundige. Daarvoor heb ik bij een bank en een veilinghuis gewerkt. Doordat ik ervaring heb in het bedrijfsleven ben ik gewend om ondernemend te zijn. Ik zie iets waar naar mijn idee iets mee moet gebeuren,maak er een plan voor en voer het vervolgens uit. Ik hoef het niet alleen te doen en werk graag samen met anderen. Ik heb een beetje een ‘niet lullen maar poetsen’ mentaliteit. Soms verlopen zaken heel stroperig binnen een grote organisatie als Lentis. Dan zeg ik ‘Kom op jongens’. Ik ben meer van het handelen. Als het misgaat leer je daar ook weer van en kun je de ingeslagen koers weer bijstellen.’ Kan traumatisch zijn als iemand met dwang uit huis wordt gehaald ‘Lentis heeft deze functie gecreëerd omdat er duidelijk behoefte aan is. Veel familie en naasten die ik spreek van wie hun dierbare is meegenomen uit huis door medewerkers van de psycholance, zijn heel goed opgevangen door de verpleegkundige en de politie. Toch was de focus logischerwijze heel erg op de cliënt, zodat naasten na het incident dikwijls verbouwereerd achterbleven. Soms is het zo dat mensen niet vrijwillig zijn meegegaan, dan is het helemaal heftig. Wat familie en naasten ervaren is bijvoorbeeld dat je een familielid zo heel erg in de war meemaakt. Als familie of naaste blijf je achter met heel veel vragen. Vaak weten mensen nog niet zoveel van GGZ-land, van de grote organisatie Lentis. Ze kennen de weg nog niet zo goed en de artsen en behandelaren niet. Vaak wil iemand die opgenomen is niet dat er contact wordt opgenomen met familie. Voordat er contact wordt opgenomen met familie is er toestemming nodig van de cliënt. Ik ken verschillende ouders en kinderen en andere naasten die zeggen, had ik maar eerder geweten dat er een familie-ervaringswerker beschikbaar is. Dat had ik nu geen psycholoog nodig gehad, dan had ik veel minder last gehad. Ik heb zelfs een mevrouw meegemaakt die er een politieke partij voor wilde oprichten. Ze had heel erg geleden aan een gebrek aan informatie. Ze wist ook niet waar ze met haar verhaal en haar informatie naar toe kon. Als iemand met dwang uit huis wordt gehaald kan het voor familie ook traumatisch zijn. Het is wel vaak iemand waar je heel veel van houdt die meegenomen wordt.’
Aan het einde van het tweede gesprek worden de problemen inzichtelijk. Dan zie je bepaalde structuren of communicatiepatronen.
Gaat veel aan opname vooraf ‘Als familie-ervaringswerker ben ik gaan nadenken hoe ik dit kan ondersteunen vanuit mijn functie. Eigenlijk is dat heel vlot gegaan. We hebben een pilot van drie maanden om uit te zoeken of er behoefte is en welke behoefte er is. We willen ook te weten komen welke mensen in zorg zijn bij Lentis en welk niet. We halen meer data op dan we eerder van plan waren. We gaan kijken wat we met die data kunnen. Familie kan van het begin van het contact nu al ondersteuning krijgen, dat kan emotionele en ook praktische ondersteuning zijn. Vaak hebben mensen een verhaal te vertellen want er gaat ontzettend veel aan een opname vooraf. Aan het einde van het tweede gesprek worden de problemen inzichtelijk. Dan zie je bepaalde structuren of communicatiepatronen. Vanuit dat moment kunnen we aan de gang met het ondersteunen van familie en naasten. We gaan er vanuit dat familie en naasten dezelfde fasen van herstel doorlopen als de cliënt die opgenomen is. We leggen uit hoe de vier fasen van herstel zich binnen de behandeling van de cliënt voltrekken. Niet zelden leven cliënten zonder contact met hun familie. Laatst sprak ik een man die heel graag het contact met zijn familie wilde herstellen. De vraag is niet altijd hetzelfde. Soms wil de familie het contact herstellen en wil de cliënt voorlopig met rust worden gelaten. We helpen om dit gegeven te accepteren. Soms moeten bijvoorbeeld ouders hun kind even loslaten. Als die afstand even gecreëerd is dan is er weer ruimte voor hernieuwd contact.’ Femke heeft een kaart laten maken waarop ze de mogelijkheid aanbiedt om in contact te komen met haar en een uitnodiging om een kennismakingsgesprek te hebben. Ook de medewerkers van de psycholance overhandigen de familie deze kaart als ze bij een cliënt thuis zijn.