11/26
Powered by Foleon

Create the content your audience craves.

Find out more
  • Pages
  • Editions

Piet van Dijken over over-leven met angsten

Het is tien over drie. Ik zit in de heel grote koffiezaak Doppio al een tijdje te wachten op Piet. Ik app hem toch maar even: We hebben toch afgesproken in de Doppio aan de Brugstraat? Per kerende post appt Piet terug. Ik wacht ook op jou, ik zit achterin de zaak! Ik verhuis naar achteren en schuif bij Piet aan. Tijdens een inleidend babbeltje blijkt dat we allebei 73 zijn en opgegroeid in de Indische buurt in Groningen. Later op dezelfde school gezeten en allebei gewerkt in de platenzaak Het Carrillon. Zonder dat we met dit gezamenlijke verleden heel duidelijke herinneringen aan elkaar hebben.

Hé jongen daar ben je weer

Tip

Nog een tip van Piet hoe je met angsten om kunt gaan. ‘Niet anticiperen. Bijvoorbeeld als ik van tevoren al weet dat ik in de schouwburg een kaartje heb voor een stoel middenin de rij. Dan kan ik me daar vooraf behoorlijk druk over maken. Ter plekke probeer ik dan een stoel aan de zijkant te bemachtigen. Tegen de mensen waar ik dan mee ruil zeg ik dat ik me niet zo lekker voel. ‘Dat doe ik wel voor jou Piet’, zeggen ze dan. Ik probeer aan die neiging om te anticiperen niet meer toe te geven. Ik ga met een open vizier naar allerlei bijeenkomsten en dat gaat goed.’

Door Anne Helmus

Toen ik Piet zijn naam googelde zag ik dat hij al heel vaak is geïnterviewd. In de aanloop van het verschijnen van zijn boek ‘Hé jongen daar ben je weer. Over-leven met angsten’, wil iedereen hem spreken. ‘Je wilt niet weten wat je overkomt.’ Superveel zin om door mij geïnterviewd te worden heeft hij dan ook niet. Al is daar gedurende het gesprek weinig van te merken. Geen hartproblemen Piet: ‘Volgens mijn huisarts hebben anderhalf miljoen mensen in Nederland last van angsten. Het is een unheimisch gevoel en absoluut niet fijn, wat zo maar de kop op kan steken. Als ik bijvoorbeeld tijdens mijn werk een huldiging van de spelers van FC Groningen moest doen heb ik nergens last van. Ik voel hooguit een gezonde spanning. Ook als ik in de drukke Herestraat moest zijn voor het opnemen van mijn programma bleef de angst weg.’ ‘Eind jaren 70, begin jaren 80 openbaart het verschijnsel zich bij mij voor het eerst. Angst en paniek. Denken dat ik doodga. Verkeerd ademen. Toentertijd was het euvel nog vrijwel onbekend. Hyperventilatie? Nooit van gehoord.’ In zijn nadagen als deejay kreeg hij er voor het eerst mee te maken. Op een nacht in discotheek Cachet in de Herestraat in Groningen. En het bleef daarna terugkomen. Zijn huisarts stelde hem gerust. Niks hartproblemen. Een psycholoog was volgens de dokter de beste oplossing. ‘Het komt nu eenmaal veel voor bij creatieve, gevoelige mensen.’ Piets eerste therapeut vertrouwt hem toe dat hij er nooit helemaal vanaf zal komen. Helaas heeft hij gelijk gekregen.’ Niet toegeven ‘Er kunnen ook nieuwe angsten bijkomen. Daar moet je als het even kan niet aan toegeven. Bijvoorbeeld: een keertje reed ik ter hoogte van de afslag Westerbroek. Ik had een heel sterke neiging om die afslag te nemen en zo de vierbaansweg te vermijden. Ik moest mezelf dwingen om de afslag niet te nemen door rechtdoor te sturen. Als je aan dit soort dingen toe gaat geven is het einde zoek en komt van het een het ander.’

Een overwinning ‘Om mezelf gerust te stellen had ik altijd een mapje bij me met daarin twee pilletjes Oxazepam. Voor het geval dat ik ze nodig zou hebben. Ik gebruikte ze nooit. Op een dag ging ik die pilletjes eens bekijken en bleken ze al vier jaar over de datum van de houdbaarheid te zijn. Ik heb ze maar weggegooid. Dat voelde wel als een overwinning. Zoiets heb ik nu wel met een flesje water. Als ik op pad ben met de auto moet ik een flesje naast me hebben liggen. Zo niet dan koop ik er eentje bij het eerste pompstation dat ik tegenkom. Vervolgens ligt dat flesje gedurende de reis onaangebroken naast me. Het strijkijzer Een vriend van Piet vertelde hem eens dat hij op weg naar zijn vakantieadres ter hoogte van Drachten weer terugkeerde naar zijn huis omdat hij dacht dat hij het strijkijzer aan had laten staan. Ook hoorde ik een keer een ander verhaal, ook over een strijkijzer. Een vrouw komt bij de psychiater, ze hangt haar jas op en blijkt een grote doos bij zich te hebben. De psychiater vraagt: Wat zit er toch in die grote doos? De vrouw zegt: In deze doos zit mijn strijkijzer. Ik heb hem voor de zekerheid maar meegenomen, dan weet ik tenminste dat ik hem thuis niet aan heb laten staan.’

Over Piet van Dijken Piets boek is op 30 november verschenen. Titel: Hé jongen, daar ben je weer. Over-leven met angsten ‘Hé jongen, daar ben je weer. Als het goed is ga je gelukkig straks ook weer weg. Tenminste wanneer het zo gaat als bij al die andere voorgaande keren dat je ongevraagd langskomt. Altijd weer onverwacht en wennen, ho maar. Na 40 jaar weet ik als geen ander wat hyperventilatie is. Vandaar dit boek. In Hé jongen, daar ben je weer deelt Piet van Dijken zijn 40 jaar samenleven met zijn angsten en dwang. Hij hoopt met dit boek lotgenoten een hart onder de riem te steken en meer begrip te kweken bij mensen die er zelf geen last van hebben, maar wel een grote kans hebben om een keer met iemand in aanraking te komen die hier wel onder lijdt. Met bijdragen van psychiater Kamini Ho Pian, psychiater Menno Oosterhoff, Theo Driessen en Hester Keyzer. Piet van Dijken, wereldberoemd in Groningen. Drie keer mocht Piet zijn opwachting maken bij toen nog Voetbal Inside en in 2019 stond hij zelfs in de Linda. Bekend is ook zijn programma ‘Herestraat Helemaal’, dat hij 600 keer opnam. Voor OOG TV liep Piet met een bekende Nederlander of Groninger de Herestraat door voor een pittig, ontroerend of gezellig gesprek. Daarnaast maakte Piet voor RTV Noord in ruim 15 jaar 3600 bijdragen van ‘De Straat’, elke werkdag om 12:45 uur tussen beide markten. Met Ismaël Lotz maakte hij de succesvolle online reeks ‘Lotz en Van Dijken’. In 2020 verscheen zijn bundel Piet’s Big City.