Pilot Agogisch werk De Enk afgerond De agoog als verbindende schakel voor het welzijn
Het agogisch werk in Dignis heeft in de afgelopen jaren een hele ontwikkeling doorgemaakt binnen de ouderenzorg. Ooit begon het als activiteitendienst met grote groepsactiviteiten in het buurthuis. Daarna kwam de beweging naar het team: agogen werden onderdeel van het team. Dat paste helemaal bij de visie dat de zorg dichtbij gegeven moet worden. De inzet was om ook meer individueel te gaan werken. Maar het resultaat was dat agogen te zeer verweven raakten met de teamagenda en veel werden ingezet voor hand en spandiensten. Een goede balans bleek lastig te vinden. Agogen worstelden in die constructie om verdieping aan te kunnen brengen. Een situatie die voor niemand werkte.

Door Jannie Strijk
De cliëntenraad signaleerde dit en kaartte het aan bij de locatieleiding. Daarop nam locatiemanager Hans Oosting het initiatief voor een pilot in De Enk in Zuidlaren. Inmiddels is de pilot afgerond en hebben agogisch medewerkers hun plek gevonden: dichtbij het team, maar niet meer in het team. Als een spin in het web in verbinding met het team, de EVV-er, vrijwilligers, familie en bewoners. Vanuit deze rol sluiten agogen nu aan bij de zorgleefplanbesprekingen. Ook is er een nieuwe functie bijgekomen: de huiskamerassistent. Dat alles bij elkaar lijkt de sleutel tot succes te zijn. In dit artikel een gesprek met agogen Minko Dorrestijn en Ingrid Hollander, met vrijwilligerscoördinator Erik Zwarts, kwaliteitsverpleegkundige Gerda Wierenga en voorzitter van de cliëntenraad Eef Drost. Een duidelijker positie voor de agoog Ingrid Hollander was als agoog aangesloten bij de stuurgroep. ‘Het was al snel duidelijk dat de agoog een duidelijker positie moest hebben. Organisatiebreed was er meer sturing nodig.’ De positie van de agoog is nu wezenlijk anders: als een spin in het web. De verbindende factor naar vrijwilligers, EVV-ers, huiskamerassistenten en het team. ‘Verbinding met je collega’s is essentieel. Als agoog zetten we de lijnen voor het welzijn nu uit, maar een agoog kan niet alles doen. Je moet afspraken met elkaar maken over de nabijheid in het team. Als je een activiteit met een bewoner onderneemt buiten de afdeling, dan blijven er ook mensen op de huiskamer. In het activiteitenprofiel in ONS hebben we van alle bewoners opgenomen waar interesses liggen. De huiskamerassistent kan op basis daarvan iets aanbieden aan de achterblijvers. De agoog kan dit faciliteren. Door er met elkaar aan te werken heeft het veel meer inhoud gekregen. Minko Dorrestijn werkt ook als agoog in De Enk. Hij schuift nog snel even aan voor hij een groep bewoners meeneemt naar De Linde het activiteitencentrum in het verderop gelegen Medisch Centrum in Zuidlaren. ‘We werken nu iets verder van de afdeling af, maar nog steeds dichtbij het team en vooral bij de bewoner. Om goed aan te kunnen sluiten bij de behoeften van de bewoner werken we met de vragenlijst Ken je cliënt. Voor de een is het fijn om even voor te lezen, of muziek te luisteren. Maar ook een dagstructuur en groepsactiviteiten zijn belangrijk. We stellen een programma op en daar kunnen zowel de agoog, vrijwilligers als het team een bijdrage aan leveren. Ook rapporteren we nu op de activiteiten.’ Gerda Wierenga, kwaliteitsverpleegkundige was ook bij het project betrokken. Ze vult aan: ‘Dat rapporteren vindt plaats gericht op het welzijn: als een bewoner meer ontspannen is, een geluksmomentje heeft of minder geagiteerd is. Die bijdrage is heel waardevol.’

ONS Ingrid heeft zich sterk gemaakt voor de vastlegging van het activiteitenprofiel in ONS. Ze werd daarbij ondersteund door Martinus Wassing, de functioneel beheerder van ONS. Om draagvlak te krijgen heeft ze alle agogen in Dignis benaderd. ‘Nu kunnen we als agoog ook onze gegevens over activiteiten en interesses beter in ONS kwijt.’ De activiteiten en interesses van vroeger en nu in het activiteitenprofiel zijn gehaald uit het levensverhaal van de cliënt. De eerste contactpersoon van de cliënt, de evv-er en de cliënt dragen dit aan. Op basis van de ervaringen wordt dit steeds bijgesteld. Ingrid: ‘Met ONS doe je ook direct een kwaliteitsmonitor. Als je een profiel hebt vastgelegd wordt er automatisch aangegeven wanneer je het moet vernieuwen. Zo hou je je profiel actueel. In Zenya wordt een stroomschema opgenomen, zodat het stappenplan op elke locatie gevolgd kan worden als een cliënt binnenkomt.’ Een waardevolle inbreng Erik Zwarts, vrijwilligerscoördinator, zat in de stuurgroep voor dit project. Hij weet nog dat alle activiteiten in het buurtcentrum werden georganiseerd. Hoe anders is dat nu. Er zijn meer agogen gekomen, er wordt vanuit bewoners gewerkt en er wordt in kleinere groepen gewerkt. Ook voor de vrijwilligers is er veel veranderd. ‘Eerder werkte een vrijwilliger vooral mee in het buurtcentrum. Nu wordt een vrijwilliger gekoppeld aan een huiskamer en een agoog. Op de afdeling heb je wisselende diensten, en dus steeds een andere samenstelling. De agoog blijft in beeld, dus die is het vaste aanspreekpunt.’ Gerda Wierenga vult aan: ‘De agogen kunnen direct na het wassen en aankleden aansluiten. En vaak zijn er in de middag ook momenten van onrust. Ook dan kan de agoog aansluiten. Agogen hebben professioneel gezien een waardevolle inbreng. Zij kunnen bijdragen aan het voorkomen of verminderen van probleemgedrag. Dat kan op verschillende manieren door even een persoonlijk moment in te lassen. Hoe dat wordt opgepakt hangt af van de voorgeschiedenis. Dat neem je mee. In onze nieuwe manier van werken komt welzijn meer in het daglicht. Het maakt ook nadrukkelijk onderdeel uit van de zorgleefplanbesprekingen.’ Natuurlijk blijven ook de recreatieve momenten in het buurthuis, zoals het muziekprogramma. Erik: ‘Dat brengt tenslotte leven in het huis.’

Een aangenamer leven De cliëntenraad heeft zich sterk gemaakt voor een verbetering van de inzet van het agogisch werk. Eef Drost is als vrijwilliger verbonden aan De Enk en is voorzitter van de cliëntenraad. ‘Wij vinden agogische ondersteuning heel belangrijk. We zagen direct de meerwaarde van een persoonlijke benadering. Maar we zagen ook dat het maar moeilijk van de grond kwam. Er was te weinig afstand van de dagelijkse zorg. De plek in de organisatie was onduidelijk. Dat zat de professionalisering van de agogische zorg flink in de weg.’ De positie is nu duidelijker: georganiseerd op straatniveau, dus niet direct aan een team gekoppeld, maar wel dichtbij. ‘Agogisch medewerkers kunnen bijdragen aan een gezonde mix van individuele en groepsactiviteiten voor een bewoner.’ Door goed te inventariseren wat past, wordt het leven van bewoners aangenamer. ‘Je ziet dat een deel van de informatie over wat past uit het verleden kan worden afgeleid, maar de behoefte verandert ook. Mensen die eerder nooit naar een kerk gingen, sluiten nu op de maandagochtend met veel plezier aan bij de weekopening in het buurtcentrum. Soms gaan dingen anders werken. Door daar aandacht voor te hebben, blijft het ook passen.’ In het verleden werd iedereen gestimuleerd om mee te doen met groepsactiviteiten buitenshuis in bijvoorbeeld het Onderdac op het terrein in Zuidlaren. Eef heeft als mentor ervaren dat dat niet altijd goed uitpakte. ‘Nu gaat de groep van de Veenstraat ook naar De Linde. Maar dat is gezellig met de eigen club, je gaat eruit, doet gezellige dingen. En heb je geen zin om mee te doen? Dan kun je ook gewoon een kopje koffie drinken.’ Nog dichter naar familie Eef zou graag zien dat de agogen nog dichter tegen de familie en vrijwilligers aan zouden werken. ‘De EVV heeft het contact met de familie over het zorgleefplan. Maar dat is toch vaak heel formeel. Ik zou willen dat de familie de agogisch medewerker kent en ook vragen mag stellen. Ik zou de agogisch medewerkers liefst zoveel mogelijk buiten het formele en administratieve circuit houden.’
Blij met het resultaat De cliëntenraad is blij met de resultaten van de pilot. ‘We zijn heel blij met het agogisch werk zoals dat nu wordt gerealiseerd. Ik ben er ook trots op dat we er werk van gemaakt hebben toen we zagen dat het niet goed liep. Er wordt goed voor mensen gezorgd: de voeding is op orde, je wordt gewassen, maar agogisch werk is van direct belang voor het welzijn en dat is heel wezenlijk.’ Hoe nu verder? Er is al belangstelling vanuit andere locaties van Dignis voor deze ontwikkeling. Ingrid sprak al met collega’s. ‘Het uitrollen naar andere locaties zou een mooie volgende stap zijn’, aldus Ingrid.