Afscheid van Martin Sitalsing

Niet in concurrentie, maar in samenwerking denken

Door Jannie Strijk

Wat willen
we nou

Martin Sitalsing was drieëneenhalf jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van Lentis. Hij volgt nu zijn blauwe hart en wordt politiechef Midden Nederland. Wat neemt hij mee uit Lentis en wat wil hij ons meegeven?

Wat neem je mee uit Lentis?

Bereidheid om stappen te zetten

‘Dat we in de discussie rond verwarde personen een stap hebben kunnen zetten. We zaten in een situatie van terugtrekken en afweren. Niemand nam de verant­woordelijk­heid en pakte het op, omdat het maar voor een deel de eigen verant­woordelijk­heid was. Ik ben heel blij dat we met elkaar de bereidheid hebben gevonden om daar stappen in te zetten. Dat is gelukt door heel erg vanuit het patiënt­perspectief te kijken. We zijn bij de bedoeling begonnen: wat willen we nou? ‘


Elkaar niet loslaten

‘Daar vonden we elkaar: we willen niet dat mensen die in de war zijn, maar geen strafbare feiten hebben gepleegd, in een politiecel terechtkomen. Dat werkt niet goed voor die mensen. Wat is er nou mooier dan vanuit onze expertise – zonder al te weten of het psychiatrie of verslaving of een ander probleem is, te zeggen: we vangen ze zelf op en beoordelen wat de hulpvraag is. Daarmee voorkomen we dat iemand in de politiecel terechtkomt. De politie weet precies hoe het werkt op gebied van openbare orde en veiligheid. Daar nemen zij een verantwoordelijkheid. Het mooie is dat we elkaar in dit proces niet hebben losgelaten, maar het gezamenlijk hebben opgepakt. De gemeente had ook een rol. Dus die hebben een bijdrage geleverd aan het faciliteren door een duit in het zakje te doen bij de verbouwings­kosten. En tegen de gemeente hebben we gezegd: zorg dat het achterveld, de WIJ-teams bijvoorbeeld, goed aangelijnd zijn.’


Complexe problematiek is niet van één partij

Van het een kwam het ander. Zo ging Janet Scholten op pad met de buurtagent. Wat ik hiervan meeneem, is dat complexe problematiek niet van één partij is. Je moet altijd de bereidheid hebben om volgens een dakpanconstructie te werken en gemeenschappelijk verantwoordelijkheid te dragen in het belang van de cliënt. Je moet elkaar niet loslaten tot de ander vastheeft. En niet in concurrentie maar in samenwerking denken.’


Oorsprong van veel problemen gebrek aan zorg, erkenning of herkenning

‘Wat ik ook vanuit de ggz meeneem: ik ben hier wel geconfronteerd met wat wij normaal zijn gaan vinden als samenleving. Ik kom hier mensen tegen die hebben een prima verleden gehad en die zijn door wat voor omstandigheden dan ook in de knel geraakt en in ggz beland. Het begrip daarvoor is hier voor mij wel toegenomen. Heel veel problemen vinden hun oorsprong in kwetsbaarheid. Die kwetsbaarheid en onvoldoende zicht daarop hebben ook gevolgen voor veiligheid. Veel problemen kennen zijn oorsprong in gebrek aan zorg, erkenning of herkenning van wat mensen is overkomen. Zorg en veiligheid liggen ontzettend dicht bij elkaar. Dat ik die bagage mee kan nemen, dat maakt me completer in mijn mensbeeld. Ik kan beter invulling geven aan mijn publieke rol naar kwetsbare mensen toe. Ik heb een completer plaatje richting oorzaak en gevolg.’

Wat wens je Lentis toe?

Terug naar de bedoeling

‘De zorg werkt in een failliet systeem. De marktwerking is doorgeslagen. De zorg moet terug naar de bedoeling. We zijn te druk geweest met binnen het systeem te floreren. Dat is iets anders dan binnen de bedoeling floreren.

We zijn de zorg gaan zien als een verdienmodel. In dat model krijg je dat management en directie teleurgesteld zijn omdat de omzet niet gehaald wordt, niet omdat er geen goede zorg wordt geleverd. De dominante pijn wordt gevoeld als de financiële targets niet worden gehaald. Niet omdat we een doelgroep niet goed kunnen bedienen. Ik gun Lentis dat het vanuit zijn kerndoel gaat redeneren en van daaruit efficiënt en doelmatig gaat werken.

Ik hoop dat dat lukt door de zorg terug te brengen naar waar het om gaat. Vanuit het cliëntperspectief. Daar zijn we overal mee bezig. In OVP met Zorg Dichtbij, bij Mesdag/Forint met Samen beter en bij Dignis met Dignis op koers. Ik realiseer me dat het niet meevalt. Je wordt er gemakkelijk in meegezogen. Dat moest ook wel, omdat er 12,5 miljoen verlies moest worden weggewerkt. Ook onze zorgmanagers worden daar in meegezogen. Ik hoop voor Lentis dat er een andere financieringsvorm komt. Dat leidinggevenden niet achter, maar voor hun mensen gaan staan en zo een hitteschild gaan vormen tegen dit systeem.’


Sterke positie verpleegkundigen

‘Ik gun Lentis ook dat verpleegkundigen een veel sterkere positie krijgen in de organisatie. Nu wordt het teveel gedomineerd door een kleine groep specialisten, terwijl het merendeel van het werk door verpleegkundigen wordt gedaan. Dat zou ook veel meer zeggenschap en positie verdienen. Ik hoop dan ook dat de VAR in oprichting een plek krijgt in de beleidsvorming.’


Niet te diep en te ver snijden

‘Iets wat ik pijnlijk vind, is dat er heel veel wat we hebben opgebouwd en wat nodig is om een goede organisatie te zijn, moeten afbouwen onder financiële druk. En dat zijn allemaal korte termijneffecten. Zo lever je in op gebied van bijvoorbeeld gastvrijheid, facilitaire ondersteuning, schoonmaak, terreinbeheer. En bij dat soort dingen snijdt het mes aan twee kanten: het geeft mensen die er werken een maatschappelijke functie en het geeft je organisatie body en professionaliteit. Nu ik weer bij de politie rondloop, zie ik dat dat diepe snijden daar niet is gebeurd.’


Oplossing arbeidsmarktproblematiek

‘Ook gun ik Lentis dat we niet langer worden gegijzeld in de arbeidsmarktproblematiek. Nu heb je snel dat mensen als ze worden aangesproken zeggen: ik stop ermee. Ik word ZZP’er en laat me inhuren. Ik hoop dat ook daar een oplossing voor komt.’


Martin volgt zijn blauwe hart. Te vroeg, vinden veel medewerkers. De klus is nog niet af. En hoe zit dat met zijn loyaliteit? Martin reageert.


Te vroeg?

‘Als het gaat om het bestendigen van de koers misschien wel. die we hebben ingezet: de regie bij de patiënt. Er is met drie bewegingen wel iets in gang gezet. Met Mesdag beter en Dignis op koers is er een behoorlijke slag gemaakt en hebben we het kunnen bestendigen. Voor Zorg Dichtbij binnen de ggz is er nog wel wat te doen. Idealiter was het mooi geweest als ik was gebleven. Maar er is al veel boven water gekomen aan verscholen problematiek op gebied van kwaliteit van zorg en bedrijfsvoering. De transparantie is vergroot en van daaruit verbeterd.

Je kunt er op twee manieren naar kijken. Anderzijds is er ook zoveel akker omgeploegd dat je zou kunnen zeggen: het is een goed moment voor een nieuwe bestuurder om te gaan zaaien. Ik heb een vervelende periode gehad toen we als bestuur in een impasse raakten. Corstiaan (Bruinsma, lid Raad van Bestuur red.) is vertrokken. Er zijn ongetwijfeld mensen die zeggen: hadden ze niet allebei weg gemoeten? Zo is het niet gelopen.

De nieuwe koers is onomkeerbaar met de benoeming van Arien Storm als behandelinhoudelijk bestuurder. Daarmee is de beweging inhoudelijk vastgezet. De financiën zijn omgebogen. De volgende stap is dat ons genormaliseerde resultaat positief is. De verbeterplannen zijn in uitvoering. Ik heb er alle vertrouwen in dat Peter Littooij als ervaren financieel bestuurder dit goed oppakt en in het driemanschap met Roel Verheul kan er echt wel wat nieuws neergezet worden.

En ik kon ook niet blijven weigeren. Ik heb altijd gezegd dat ik niet geloof in een blauw hart. Ik kan goed acteren in het veiligheidsdomein, maar ook in de zorg. Ik heb eerder nee gezegd, maar als die vraag zo nadrukkelijk naar voren komt, dan begint er bij mij ook wel wat op te bloeien. Het is toch ook wel nu of nooit.


Loyaliteit

Martin vertrekt om gehoor te geven aan zijn blauwe hart. Toch draagt hij de zorg ook een warm hart toe. ‘Zorg en veiligheid liggen dicht bij elkaar. Ik heb een persoonlijke betrokkenheid naar de ggz met een broer die suïcide pleegde. Onderwerpen als suïcidepreventie, betrokkenheid van familie en naasten liggen me na aan het hart. Daar kan ik uit persoonlijke ervaringen putten. Ook de forensische keten staat dicht bij me. Omdat het zo dicht bij elkaar ligt, kun je je afvragen hoe je het beste tot je recht komt: vanuit zorg of vanuit veiligheid. Bij mij is dat in de komende periode het vak waar ik vandaan kom: de politie. En misschien zouden we zo’n uitstap naar een aangrenzend gebied helemaal niet vreemd moeten vinden. Misschien moet die uitwisseling wel vaker plaatsvinden, zo ontstaat begrip voor elkaar. Ik ben in ieder geval na mijn ervaringen bij de politie bij de jeugdbescherming en de ggz-zorg meer dan alleen politie.’